Zagen met een vastgestelde zaagdiepte
Bij deze manier van zagen is de zaagkop (4) vast ingesteld. Het werkstuk wordt
met de roltafel (6) tegen het zaagblad (16) geduwd en in één beweging volledig
doorgezaagd. Let erop dat u bij het zagen een continue op de motor afgestemde
druk uitoefent.
• Zaagdiepte met de stergreepknop (B) aan de zaagkop unit (4) vergrendelen.
LET OP! Houdt c.q. druk altijd het te zagen werkstuk tegen de
achteraanslag (7 + 15).
Zagen met een niet vastgestelde zaagdiepte
Voor het eenvoudiger zagen van grotere zaagdieptes wordt een niet
vastgestelde zaagdiepte aanbevolen. Daarbij wordt de motor (5) minder belast
en de het diamantzaagblad (16) gespaard.
Bij deze zaagsnede wordt het werkstuk met de roltafel (6) onder de niet
vastgezette zaagkop heen en weer bewogen. Der zaagkop (4) wordt daarbij met
de rechter hand naar onderen gedrukt.
• Draai de stergreepknop (A) los aan de
zaagkop unit (4) en druk de zaagarm naar
boven.
• Leg het te zagen werkstuk op de roltafel (6)
en plaats het stilstaande diamantzaagblad (16)
met één volledig segment op het werkstuk.
• Trek het werkstuk met de roltafel(6) zover
terug, dat u het diamantzaagblad (16) iets kunt
laten zakken.
• Fixeer nu met de stergreepknop (A) de
gewenste zaagdiepte.
• Draai de stergreepknop (A) los aan de
zaagkop unit (4) en druk de zaagarm naar
boven.
• Fixeert nu met de stergreepknop (B) de
gewenste zaagdiepte.
•
Laat
de
zaagkop
diamantzaagblad zakken.
• Laat de stergreepknop (A) los zitten.
unit
(4)
met
het