Normaal kopiëren
16
De instellingen per kopie wijzigen
Het apparaat beschikt over standaardinstellingen voor kopiëren zodat u
snel en gemakkelijk een kopie kunt maken. Met behulp van de
kopieerfunctieknoppen op het bedieningspaneel kunt u de opties per kopie
wijzigen.
• Als u tijdens het instellen van de kopieeropties op
drukt, worden alle opties die u voor de huidige kopieertaak hebt
ingesteld, geannuleerd en worden de standaardinstellingen
hersteld. Na afloop van een kopieerproces worden de
standaardinstellingen altijd automatisch hersteld.
• Het openen van de menu's kan verschillen per model (zie "Toegang
tot het menu" op pagina 33).
• Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op
menu's op lagere niveaus te gaan.
Tonersterkte
Als er vlekken en donkere afbeeldingen op uw origineel staan, kunt u de
helderheid aanpassen om de kopie beter leesbaar te maken.
1
Selecteer
(kopiëren) >
Tonersterkte op het bedieningspaneel.
Of druk op de knop Tonersterkte op het bedieningspaneel.
(Stop/Clear)
OK
drukken om naar
(Menu) > Kopieerfunctie >
2
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
Bijvoorbeeld Licht+5 is de lichtste en Donker+5 is de donkerste.
3
Druk op
(Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
Origineel
Met de oorspronkelijke instelling kunt u de kwaliteit van de kopie verbeteren
door het documenttype voor de huidige kopieertaak te selecteren.
1
Selecteer
(kopiëren) >
origineel op het bedieningspaneel.
Of selecteer
(Menu) > Kopieerfunctie > Type origineel op het
bedieningsscherm.
2
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
•
Tekst: gebruik deze optie voor originelen die hoofdzakelijk uit
tekst bestaan.
•
Tekst en foto: gebruik deze optie voor originelen die tekst en
foto's bevatten.
Als de tekst op de afdruk onscherp is, selecteert u Tekst om scherpe
teksten te krijgen.
•
Foto: gebruik deze optie voor foto's.
3
Druk op
(Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
(Menu) > Kopieerfunctie > Type
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
60