Installatievoorschrift MatriX 800/500 RD,ST
Let op!
Voorkom vingerafdrukken op het glas. Deze
zijn na inbranden niet meer verwijderbaar!
5.2
MatriX 800/500 ST
Verwijder afdekstrippen "A" (fig. 4.2a).
Draai de zijklemmen "B" omhoog
(fig. 4.2b).
Plaats de zuignappen op het glas en schuif
de bovenlijst "C" omhoog (fig. 4.2c).
Zie fig. 4.2d:
1. Schuif het glas naar boven zodat de
onderkant vrijkomt uit de sponning.
2. Schuif nu voorzichtig het glas naar
links of naar rechts.
3. Haal de vrijgekomen kant naar u toe
en zet het glas op een veilige plaats.
Het terugplaatsen van het glas gaat in omgekeerde
volgorde.
Let op!
Voorkom vingerafdrukken op het glas. Deze
zijn na inbranden niet meer verwijderbaar!
6
Plaatsen decoratie-materiaal
Het is niet toegestaan om ander of meer materiaal
in de verbrandingskamer toe te voegen.
Let op!
Houd altijd ruimte (min. 1cm) vrij:
rondom de voet van de brander (fig.
17.2d);
onder de brander (fig. 17.2b en c);
bij de ontsteekpen (fig. 17.2e);
bij de ionisatiepen (fig. 17.2d).
Zie fig. 17.0 t/m 17.5 of de houtsetkaart:
Verdeel het glasgranulaat over de gehele
bodemplaat (fig. 17.0). Daar, waar de
branders omhoog gaan, mag iets meer ge-
legd worden.
Verdeel de chips (naturel) over de buiten-
rand van de bodemplaat (fig. 17.1).
Verdeel de chips (zwart) in het midden
van de bodemplaat (fig. 17.2a).
Plaats het eerste grote houtblok
(fig. 17.3). Om deze te plaatsen moet de
andere brander een beetje omhoog ge-
trokken worden.
Plaats het kleine houtblok, welke aan de
onderkant is voorzien van een gat op de
pen (fig. 17.3 en 17.4).
Plaats het andere grote houtblok
10 <
<
<
<
(fig. 17.5).
Controleer nogmaals dat beide branders, ont-
steek- en ionisatiepen vrij liggen van glasgra-
nulaat en chips!
Start de haard zoals omschreven in de ge-
bruikershandleiding.
Beoordeel of de vlamverdeling en, wan-
neer aanwezig, het Symbio-effect (gloei-
bed), goed is. Verplaats of verwijder even-
tueel chips/glasgranulaat om een mooi
gloeibed te creëren.
Plaats het frontglas en controleer het
vuurbeeld.
7
Controle van de installatie
Controle gaslekkage
Controleer met een gaslekzoeker alle aansluitingen
en verbindingen op eventuele gaslekkages.
Controle voordruk
Controleer of de voordruk overeenkomt met de
gegevens op de kenplaat.
Meten voordruk:
Draai de toestelkraan dicht. Draai de
meetnippel "E" (fig. 1.4) enige slagen
open en sluit een meetslang aan op het
gasregelblok.
Doe deze meting bij vol- en kleinstand van
de haard.
Bij een te hoge/lage voordruk mag u het
toestel niet in gebruik nemen (+ 20% en -
20%).
Let op:
Sluit de drukmeetnippel en controleer deze op
gaslekkage.
Controle van ontsteking en brander
Ontsteek de haard d.m.v. afstandsbediening zoals
beschreven in de gebruikershandleiding en test alle
brander mogelijkheden.
Herhaal nu de bovenstaande controle m.b.v. de
APP. (App ingesteld op Dealerniveau).
Controleer:
de Actuele meetwaarden
de Diagnose berichten