1. MONTAGE
U kunt de drukregelaar boven- of ondergronds monteren. Wij adviseren om de drukregelaar
ondergronds en centraal voor de ventielen te monteren, om de stroomafwaartse componenten
te beschermen tegen overmatige bedrijfsdruk. Daarnaast beschermt het geïntegreerde filter het
bewateringssysteem tegen verontreiniging.
1.1. De drukregelaar bovengronds monteren
Als u bovengronds monteert hebt u een GARDENA verbindingsstuk 25 mm x 1" binnendraad
(art.nr. 2762) per kant nodig om de drukregelaar aan te sluiten op de GARDENA aanvoerbuizen
van 25 mm (art.nr 2700 / 2701 / 2718).
7
6 cm
1. Aan elke kant moet een verbindingsstuk (art.nr. 2762)
geschroefd.
2. Plaats de drukregelaar omhoog gericht
Zorg ervoor dat de drukregelaar
correct in de richting van de waterstroom wordt gemonteerd die
5
wordt aangegeven door de pijl
op de drukregelaar
13
3. Sluit aan elke kant de aanvoerbuizen
7
(art.nr. 2762)
.
6
Zorg ervoor dat de aanvoerbuizen
met 6 cm in de verbindingsstukken
7
Na enkele centimeters zult u een weerstand voelen (afdichtring). Duw de aanvoerbuis nog verder
totdat dit is gestopt. Dit zorgt voor een dichte verbinding.
1.2. De drukregelaar ondergronds monteren
Als u ondergronds monteert hebt u twee verschillende verbindingsstukken per kant nodig om de
drukregelaar aan te sluiten op de GARDENA aanvoerbuizen van 25 mm (art.nr 2700 / 2701 /
2718):
• de GARDENA 1"x1" verbindingsstukken (art.nr. 2758)
• de GARDENA verbindingsstukken 25 mm x 1" buitendraad (art.nr. 2763)
Bij ondergronds monteren adviseren we ook het gebruik van de ventielas (art.nr. 1290) voor betere
toegang tot de drukregelaar.
4
5
6
140°
6
13
handvast op de drukregelaar
6
tussen de verbindingsstukken
en het filter
5
6
.
5
van het bewateringssysteem aan op de verbindingsstukken
worden gebracht.
6
Voorbeeld van een sprinklersysteem met een ondergronds gemonteerde drukregelaar:
7
1.2.1 Proefdraaien
Voordat u het bewateringssysteem ondergronds monteert, adviseren we dat u bovengronds een keer
proefdraait:
1. Leg het bewateringssysteem bovengronds neer.
2. Zaag de aanvoerbuizen tot de vereiste lengte af.
3. Monteer het bewateringssysteem bovengronds.
4. Open de watertoevoer en inspecteer het bewateringssysteem op lekkages.
Als het bewateringssysteem dicht is, kunt u het ondergronds monteren.
Als het bewateringssysteem niet dicht is, moet u controleren of alle verbindingen correct zijn
uitgevoerd, d.w.z. dat de aanvoerbuizen zover mogelijk in de verbindingsstukken zijn gebracht.
1.2.2 Het systeem bovengronds monteren
worden
5
,
,
.
2
3
4
1. Maak een gat in de grond voor de ventielas.
Zorg ervoor dat het gat ongeveer 31 cm diep is (de hoogte van de ventielas plus een laag grof
grind).
2. Vul grof grind
monteren.
5
7
11
op een oppervlak van ca. 20 x 20 x 8 cm op de plek waar u de ventielas
11
7
wilt
10
5