PX/QX Gebruikers handleiding – Revisie A
Gebruikers-, groeps- en zonebenamingen
Elke gebruiker, groep en zone kan worden geprogrammeerd met een tekstomschrijving. Deze tekst
kan alleen door een geautoriseerde gebruiker worden gewijzigd.
PIN-codes
Elke gebruiker van het systeem heeft een eigen, unieke code (PIN of PIN-code). Deze code kan een
PINcode zijn, een Smartkey (elektronische sleutel) of Proxsleutelhanger. Elektronische sleutels
kunnen alleen worden gebruikt bij een bediendeel met een sensor voor elektronische sleutels. Een
Proxsleutelhanger kan alleen worden gebruikt bij een bediendeel met een ingebouwde Proxlezer.
In deze handleiding worden gebruikerscodes kortweg aangeduid als PIN-code of PIN.
Bediendelen en displays
Bediendelen
2 x 16 tekens
verlicht LCD display
Indicatielampje
Netspanning 230V
Verlicht
toetsenbord
Optionele SmartKey
socket
Het bediendeel is voorzien van een LCD-display waarop 2 regels van 16 tekens kunnen worden
weergegeven en een verlicht numeriek toetsenbord waarmee toegang tot het systeem kan worden
verkregen en door geautoriseerde gebruikers functies kunnen worden geactiveerd. Bediendelen
kunnen voorzien zijn van een elektronische sleutelsensor of een interne Proxlezer voor
Proxsleutelhangers. Op het bediendeel zit ook een indicatielampje voor de netspanning. Wanneer dit
indicatielampje knippert wordt het systeem niet uit het lichtnet gevoed, maar vanuit de accu.
Proximity sleutelhanger
Een gebruiker kan, in plaats van met een PINcode, ook met een contactloze Proxsleutelhanger
inloggen in het systeem wanneer het bediendeel is voorzien van een optionele Proxlezer. De Prox-
sleutelhanger kan aan een sleutelbos worden gehangen. De Proxsleutelhanger maakt geen contact
met het bediendeel, deze hoeft u alleen even voor het bediendeel te houden. Slijtage is hiermee tot
een minimum beperkt.
Alle Proxsleutelhangers hebben een eigen, unieke code waarvoor geen duplicaten kunnen worden
verstrekt. Uw installateur kan zonodig reserve- of vervangende Proxsleutelhangers leveren. Bij verlies
van een Proxsleutelhanger moet deze gewist of overschreven worden in het systeem. Dit kan door de
beheerder van het systeem worden uitgevoerd.
- 6 -