Noot
• Voor informatie over het specificeren van de verlichtingsduur van het
display, zie "De verlichtingsduur specificeren".
• Voor gedetailleerde informatie over het instellen van de energiespaar-
functie, zie "Energiespaarfunctie".
• Als u de seconden opnieuw op 00 instelt terwijl de huidige seconde-
telling in het bereik van 30 tot en met 59 is, wordt de minutentelling met
1 verhoogd. In het bereik van 00 tot en met 29 worden de seconden
opnieuw op 00 ingesteld en blijft de minutentelling ongewijzigd.
• Bij de 12-uur weergave verschijnt de P (PM) indicator op het display
voor tijden in het bereik van 12 uur 's middags tot middernacht en geen
indicator bij tijden in het bereik van middernacht tot 12 uur 's middags.
• Bij de 24-uur weergave wordt bij alle tijden geen indicator getoond.
• De 12-uur/24-uur weergave die u in de tijdfunctie selecteert, wordt in
alle functies toegepast.
• Het jaar kan worden ingesteld in het bereik van 2000 tot en met 2039. De
weekdag wordt automatisch overeenkomstig de instelde datum bepaald.
• De in het horloge ingebouwde automatische kalender houdt rekening met
de variërende lengte van maanden en schrikkeljaren. Nadat u de datum
heeft ingesteld, dient er geen reden meer te zijn deze te wijzigen, behalve
nadat de batterijsterkte naar niveau 4 daalt.
DIGITAAL KOMPAS
Dit horloge is uitgevoerd met een ingebouwde ijksensor die het
magnetische noorden detecteert en een van 16 richtingen op het display
aangeeft. Richtingmetingen worden uitgevoerd in de digitale
kompasfunctie.
• U kunt de ijksensor kalibreren als u vermoedt dat de weergegeven
richting niet juist is.
Selecteren en verlaten van de digitale kompasfunctie
1. In de tijdfunctie of een van de andere
meetfuncties, druk op B om de digitale
kompasfunctie te selecteren.
• Het horloge begint direct een digitale kompaslezing. Na ongeveer
twee seconden verschijnen letters op het display die de richting
aangeven waarnaar de 12-uur positie van het horloge wijst.
2. Druk op D om terug te keren naar de tijdfunctie.
Een richting uitlezen
1. Selecteer de digitale kompasfunctie.
2. Plaats het horloge op een vlak oppervlak
3. Wijs de 12-uur positie van het horloge in
4. Druk op B om een digitale kompasmeting
• Tevens verschijnen vier indicatoren op het display om het magnetische
noorden, zuiden, oosten en westen te tonen.
• Nadat de eerste meting verricht is, blijft het horloge gedurende 20
seconden elke seconde een richtingaflezing maken.
• Gedurende een meting worden de overeenkomstige hoekwaarde, een
richtingindicator en vier richtingwijzers op het display getoond, die
continu veranderen als het horloge verplaatst wordt. Nadat de meting is
afgerond, worden de hoekwaarde, de richtingindicator en de vier
richtingwijzers bevroren in overeenstemming met de laatste meting.
• De
indicator knippert op het display als een meting in voortgang is.
Noot
• Let erop dat als u een meting uitvoert terwijl
of, als u het horloge draagt, controleer dat
uw pols horizontaal (evenwijdig aan de
grond) is.
de richting die u wilt meten.
te starten.
• Na circa twee seconden verschijnt de
richting waarnaar de 12-uur positie
wijst op het display.
uw horloge niet horizontaal (evenwijdig aan
de grond) is, dit in een grote meetfout kan
resulteren.
• De foutmarge voor de hoekwaarde is ± 11 graden. Als de aangegeven
richting bijvoorbeeld 315 graden noordwest (NW) is, ligt de werkelijke
richting in het bereik van 304 tot en met 326 graden.
• Elke richtingmeting wordt tijdelijk onderbroken als een alarm (dagelijks
alarm, uursignaal of timeralarm) klinkt of de achtergrondverlichting
ingeschakeld wordt (door op L te drukken). De meting wordt weer hervat
gedurende de resterende duur nadat de bediening die het pauzeren
veroorzaakte, gestopt is.
• De volgende tabel toont de betekenis van de op het display getoonde
richtingsafkortingen.
• Zie "Digitaal kompas voorzorgsmaatregelen" voor andere belangrijke
informatie over het uitvoeren van richtingmetingen.
LUCHTDRUK/THERMOMETER
Dit horloge maakt gebruik van een druksensor om de luchtdruk te meten en
een temperatuursensor om de temperatuur te meten.
• U kunt de temperatuursensor en de luchtdruksensor kalibreren als u
vermoedt dat aflezingen niet juist zijn.
Luchtdruk- en temperatuurmetingen uitvoeren
Als u in de tijdfunctie of in een van de andere
meetfuncties op E drukt, selecteert u de
luchtdruk/thermometerfunctie en start het
horloge automatisch met de meting van de
luchtdruk en de temperatuur.
• Het kan 4 tot 5 seconden duren voordat de
luchtdruk-meetwaarde verschijnt nadat u
de luchtdruk/temperatuurfunctie selecteert.
• Luchtdruk wordt getoond in stappen van 1hPa (of 0,05 inHg).
• Op het display wordt ---- hPa (of inHg) getoond als een luchtdruk-
meetwaarde buiten het bereik van 260 hPa tot en met 1100 hPa (7,65
inHg tot en met 32,45 inHg) valt. De luchtdruk meetwaarde wordt weer
getoond zodra de meetwaarde binnen het toegestane meetbereik is.
• De temperatuur wordt getoond in stappen van 0,1 °C (of 0,2 °F).
• De getoonde temperatuurwaarde verandert naar --.- °C (of °F) als een
gemeten temperatuur buiten het bereik van –10,0 °C tot en met 60,0 °C
(14,0 °F tot en met 140,0 °F) valt. De temperatuurwaarde wordt weer
getoond zodra de meetwaarde binnen het toegestane bereik is.
• Sommige landen verwijzen naar de luchtdrukeenheid hecto-pascal (hPa)
als millibar (mb). Dit maakt echter geen verschil aangezien 1 hPa = 1
mb.
• Voor de displayeenheid van de gemeten luchtdruk kunt u hecto-pascal
(hPa) of inchesHg (inHg) selecteren en voor de displayeenheid van de
temperatuur Celsius (°C) of Fahrenheit (°F).
• Zie "Luchtdruk en thermometer voorzorgsmaatregelen" voor belangrijke
voorzorgsmaatregelen.
Luchtdrukindicatoren
De luchtdrukindicatoren laten u zien of de luchtdruk de afgelopen 15 uur is
toegenomen, stabiel is gebleven of is gedaald. Aangezien veranderingen in
de luchtdruk veranderingen in de atmosfeer aangeven, kunt u het
aankomende weer met een redelijke nauwkeurigheid voorspellen door naar
het verloop van de luchtdruk te kijken. De luchtdrukindicator-
displaygedeelte van het horloge bevat 3 lijnen: boven, midden en onder. De
locatie van elke indicator laat u zien of de luchtdruk toeneemt, stabiel is of
daalt.
De luchtdrukindicatoren interpreteren
• De rechterindicator is de meest recente indicator, de linkerindicator de
oudste.
2872-2