Arostop 30M / 65M - Gebruikershandleiding
4.5.4 Initialisatieniveau
Resetten van de parameter en kalibratie
4.5.4.1 Kalibratie
De ijking is reeds in de fabriek uitgevoerd en mag niet meer normaal worden
uitgevoerd.
In enkele gevallen kan een herkalibratie van het toestel na de installatie een
OPMERKING
verbetering van de nauwkeurigheid opleveren, omdat bij een herkalibratie de
bijkomende montagefactoren (hoekafwijking, parallelliteit, enz.) worden
meegerekend.
De magnetische sensor moet zich tijdens de ijking in het maximale afstandsbereik
op de band bevinden!
LET OP
1. Schakel het apparaat uit (verwijder batterij of stekker)
Houd de toets ingedrukt.
2. Terwijl u de toets ingedrukt houdt, schakelt u het apparaat weer in.
3. De sensorkalibratie wordt gestart en 'CAL 0' wordt weergegeven.
4. De sensor moet nu langzaam in een richting op de magneetband worden bewogen. Het
proces van de ijking wordt aangegeven door het display "CAL 1 ... CAL 4".
5. Nadat de kalibratie is voltooid, start het apparaat automatisch in het gebruikersniveau.
Indien na de ijking de foutcode "ERROR 1 ... ERROR 10" verschijnt, moet de
OPMERKING
installatie van de sensor worden gecontroleerd en moet de ijking worden
herhaald.
4.5.4.2 Standaardparameters laden en gelijktijdige kalibratie
Reeds gewijzigde parameters worden overschreven door de
OPMERKING
standaardparameter! Noteer zo nodig de huidige instelling voordat u de
standaardparameters laadt.
1. Schakel het apparaat uit (verwijder batterij of stekker)
Houd de toets ingedrukt.
2. Terwijl u de toets ingedrukt houdt, schakelt u het apparaat weer in.
3. Alle parameters worden teruggezet naar de fabrieksinstellingen. Bovendien wordt de
sensorkalibratie geactiveerd.
Sensorijking: zie punt 4.5.4.1.
4.5.5 Functie op het niveau van de exploitant
Werken met het apparaat.
4.5.5.1 Feitelijke waarde naar referentie
Druk eenmaal tegelijkertijd op beide toetsen.
Met deze snelkoppeling wordt de werkelijke waarde (displaywaarde) op de instelbare
referentiewaarde ingesteld (in absolute modus is dit alleen mogelijk als de offset niet is
ingeschakeld).
De referentiewaarde kan worden ingevoerd met de parameter P09.
Versie 20 22-1
14