ONDERHOUD
Controle van de werking, reiniging, onderhoud
Onzuivere en vochtige lucht kan de constante bedrijfszeker-
heid nadelig beïnvloeden. Daarom moeten na ingebrui-
kname van de ventilatie-installatie alle afsluitinrichtingen in
halfjaarlijkse intervallen, conform hoofdstuk 3.3 van de alge-
mene bouwtoelating Z-41.3-574 op hun werking worden
gecontroleerd.
Wanneer twee op elkaar volgende werkingscontroles geen
gebreken uitwijzen, moeten de afsluitinrichtingen alleen in
jaarlijkse intervallen worden geïnspecteerd. Als er onder-
houdscontracten voor ventilatie-installaties worden ver-
strekt, is het raadzaam dat de werkingscontroles van de afs-
luitinrichtingen in deze onderhoudscontracten worden opge-
nomen.
De werkingscontrole van de afsluitinrichting als zodanig kan
via de onderkant van het brandbestendige plafond worden
uitgevoerd. De luchtdoorlaat moet hiervoor worden gede-
monteerd. Voor een, indien nodig, extra reiniging van het ge-
deelte van de afsluitklep dat niet via de onderkant toeganke-
lijk is kunnen reinigingsopeningen voorzien zijn. Als er een ein-
dschakelaar enz. aanwezig is, is een revisieopening in het pla-
fond, of de toegankelijkheid tot het plafond, vereist. Revisie-
openingen in het plafond moeten voorts in overweging wor-
den genomen om eventueel terugkerende controles aan vei-
ligheidstechnische installaties die later noodzakelijk worden
mogelijk te maken.
Bij de werkingscontrole bestaat er verwondingsgevaar. Om
mogelijke snijwonden, pletwonden, steekwonden of andere
verwondingen te vermijden, moet een persoonlijke bescher-
mingsuitrusting (PBU) worden gedragen.
1. Werkingscontrole
Alle zichtbare delen aan de binnenkant van de behuizing moe-
ten worden gecontroleerd. Noodzakelijke reinigingswerken
moeten zorgvuldig worden uitgevoerd, opdat bijv. dichtingen
niet worden beschadigd. Als er bij de uit te voeren controle
defecten worden gesignaleerd, moeten die onmiddellijk wor-
den hersteld. Defecte onderdelen mogen alleen worden ver-
vangen door nieuwe originele reserveonderdelen van de fab-
rikant.
1.1 Visuele controle
• Om aan de brandkast te kunnen, moet de luchtdoorlaat
(pos. 15) worden verwijderd. De afsluitklep moet tegen
onbedoelde sluiting worden beveiligd, anders kan aanzi-
enlijk gevaar voor letsels ontstaan.
• Brandkast controleren op beschadigingen en vervuilin-
gen (bijv. behuizing, afsluitklep, dichtingen).
• Noodzakelijke reinigingswerken uitvoeren
1.2 Afsluitkleplagering
• Er moet worden gecontroleerd of alle scharnieren vast zit-
ten. Losse schroeven moeten overeenkomstig worden va-
stgedraaid en stroeve scharnieren moeten met een smeer-
middel (hars- en zuurvrij) worden gesmeerd.
1.3 dichting
• Door veroudering poreus geworden of losse dichtingen,
moeten worden vervangen.
Constructiewijzigingen voorbehouden
Terugname niet mogelijk
Brandwerende kast BAK-240
Technische documentatie
Onderhoud
2. Activeringsinstallatie thermo-mechanisch
2.1 Activeringsinstallatie demonteren
•
De afsluitklep (pos. 2) en de afsluitplaat (pos. 10) naar
boven drukken en de activeringsbeugel (pos. 6) losma-
ken, daarbij moeten de afsluitklep en de afsluitplaat
met de hand worden ondersteund of op een andere
manier worden beveiligd om te vermijden dat deze
plotseling worden gesloten (voorzichtig bij de aanwe-
zige eindschakelaars). Terwijl u de afsluitklep vast-
houdt/beveiligt, kan nu de afsluitplaat worden losgela-
ten en langzaam in de richting van de aftakkingen wor-
den gesloten. Daarbij wordt nu via de aftakking (pos.
27) de activeringsinrichting (pos. 3) zichtbaar. Draai de
vier zeskantmoeren M6 (pos. 25) los. De activeringsin-
stallatie (pos. 3) met de twee activeringseenheden in
de aftakking (pos. 27) kantelen en uit de behuizing de
verwijderen.
•
Nu kan de afsluitklep langzaam in de sluitstand worden
gebracht. Bij het sluiten gaat de arrêteerbeugel (pos.
26) over de arrêteerveer (pos. 7) en wordt de afsluit-
klep in de gesloten stand vergrendeld.
Afbeelding 9: BAK-240 als doorsnede
2 afsluitklep
3 activeringsinstallatie
6 Activeringsbeugel
7 Arrêteerveer
10 Afsluitplaat
15 Luchtdoorlaat schroefbevestiging (SM)
25 Zeskantmoeren (4 stuks)
26 Arrêteerbeugel
27 aftakking
Staat: 2019-12-01 | Pagina 11