VOORZICHTIGHEID
•
Bij de installatie van dit apparaat moet ook rekening worden ge-
houden met de omgevingsluchttemperatuur. In de warmtepomp-
stand moet de omgevingsluchttemperatuur boven de -7°C en
onder de 43°C liggen. Als de temperatuur van de omgevingslucht
buiten deze boven- en ondergrenzen valt, worden de elektrische
elementen ingeschakeld om aan de vraag naar warm water te
voldoen en zal de warmtepomp niet functioneren.
•
Het apparaat moet worden neergezet op een plaats waar het niet
kan vriezen. Als het apparaat zich in niet-geventileerde ruimtes
(d.w.z. garages, kelders, enz.) bevindt, kan het nodig zijn de wa-
terleidingen, condensatieleidingen en afvoerleidingen te isoleren
om ze tegen bevriezing te beschermen.
VOORZICHTIGHEID
Als u het apparaat op een van de volgende plaatsen installeert, kan dit
leiden tot storingen (raadpleeg de leverancier als dit onvermijdelijk is).
● De plaats bevat minerale oliën zoals smeermiddel van snijmachines.
● Aan zee waar de lucht veel zout bevat.
● Warmwaterbrongebied waar corrosieve gassen voorkomen, bijv.
sulfidegas.
● Fabrieken waar de stroomspanning sterk fluctueert.
● In een auto of cabine.
● Een plaats met direct zonlicht en andere warmtebronnen. Als dit niet
voorkomen kan worden, plaats hem dan onder een overkapping.
● Een plaats zoals keukens waar olie doordringt.
● Een plaats waar sterke elektromagnetische golven bestaan.
● Een plaats waar ontvlambare gassen of materialen aanwezig zijn.
● Een plaats waar zure of alkalige gassen verdampen.
● Andere speciale omgevingen.
WAARSCHUWING
● Het apparaat moet stevig worden bevestigd, anders kan het
lawaai en schudden veroorzaken.
● Zorg ervoor dat er geen obstakel rond het apparaat is.
● Als het hard waait, zoals aan zee, zet het apparaat dan op een
plaats die beschut is tegen de wind.
2.3 Benodigde onderhoudsruimte (eenheid: mm)
Air
outlet
Air
outlet
≥600
≥600
≥600
≥600
Display
650
Display
650
Installatie en gebruikershandleiding
6
≥600
Barrier
≥600
Barrier
Air
inlet
Air
inlet
Afb.2-1
≥600
≥600
2.4 Indien geïnstalleerd in een overdekte ruimte
De boiler moet zich in een ruimte >15 m³ bevinden en moet een on-
belemmerde luchtstroom hebben. Bijvoorbeeld een kamer met een
plafond van 2,5 hoog en 3 meter lang bij 2 meter breed zou 15 m³
bevatten.
2.5 Omtrek (eenheid: mm)
650
650
≥800
≥800
≥600
≥600
Afb.2-2
Afb.2-3
Φ650
Φ650
Afb.2-4