BATTERIJVOORZIENING
Open het batterijvak (19) en plaats 6 batterijen (niet meegeleverd) "C" -formaat
(UM-2) en zorg ervoor dat u de aangegeven polariteiten zorgvuldig respecteert.
Vervang de lege batterijen onmiddellijk en verwijder ze als u van plan bent het
apparaat lange tijd niet te gebruiken.
NETWORK
Sluit het netsnoer aan op het stopcontact (18). Steek de stekker in een 230V ~ 50Hz
stopcontact. Sluit het apparaat niet aan op andere stopcontacten dan aangegeven.
BASISFUNCTIES
ON / OFF / STANDBY
1. Zet de functiekeuzeknop (12) op CD / MP3-FM om het apparaat in te
schakelen, de stroomindicator (5) gaat branden.
2. Zet de functiekeuzeknop (12) op OFF om het apparaat uit te schakelen, de
stroomindicator (5) gaat uit.
3. Door de functiekeuzeknop (12) in te stellen op CD / MP3-FM, wordt binnen
15 minuten geen handeling uitgevoerd in de STANDBY-modus. Draai in dit
geval de functiekeuzeknop naar UIT en schakel het apparaat opnieuw in.
OPMERKING: vanwege mogelijke elektromagnetische ontladingen kan het apparaat worden
gereset. Om het te herstellen, schakelt u het eenvoudig uit en weer in.
VOLUME AANPASSING
1. Draai de volumeregelaar (14) met de klok mee of tegen de klok in om het
volume te verhogen of te verlagen.
BRONKEUZE
Zet de functiekeuzeknop (12) op CD / MP3 of FM.
RADIOBEDIENING
1. Stel de functiekeuzeknop (12) in op FM.
2. Stem af op de gewenste zender met de TUNING-regelaar (11).
3. Pas het volume naar wens aan met de VOLUME-regelaar (14).
OPMERKING: om de beste FM-ontvangst te krijgen, moet u de antenne uitrekken en richten (15). Als de
ontvangst niet goed is, probeert u de lengte en richting van de antenne anders in te stellen, maar de
kwaliteit van de FM-ontvangst hangt sterk af van de locatie van het apparaat.
De nabijheid van televisietoestellen, neonlampen of andere huishoudelijke apparaten kan storingen in de
ontvangst van radioprogramma's veroorzaken. Verplaats in dit geval de radio-cassette-eenheid weg van het
storende apparaat.
4