Conventionele automatische brandmelders
Afbeelding 3.17
Positie
Direct op het plafond of de wand te monteren.
Verwijder voor de invoer van opbouwbekabeling de voorbereide kabelinvoergaten (zie
Afbeelding 3.17. (3)) van de behuizing. De inbouwbekabeling kan worden ingevoerd door de
invoer onder de aansluitprintplaat.
De MPA nevenindicator aansluiten
De nevenindicator wordt aangesloten met vier Wago-klemmen (zie Afbeelding 3.18).
–
–
Op iedere nevenindicator kunnen maximaal 4 melders worden aangesloten.
Met de drie ingangen (klemmen 2 - 4) kunnen wijzigingen worden aangebracht in de
verschillende lijnnetwerken.
De aansluiting hangt af van de gebruikte lijntechnologie
Lustechnologie
GLT
GLT
LSN
Bosch Sicherheitssysteme GmbH
60 mm
1 2 3 4
55 mm
Afmetingen van de MPA nevenindicator
Beschrijving
1
Rode zone
2
Prisma
Aansluiten: plaats het gestripte kabeleind (geen gevlochten draad) in de klem.
Demonteren: trek de draad eruit terwijl u die heen en weer beweegt.
Brandmeldpanelen
BZ 1060
UEZ 1000, UGM 2020, FP 102, 104, 106
BZ 500 LSN, UEZ 1000, UEZ 2000,
UGM 2020, FPA-5000, FPA 1200
Bedieningshandleiding
85 mm
1
Positie
Beschrijving
3
Kabelinvoergaten
Klemmen
1 + 2
1 + 3
1 + 4
F.01U.025.877 | 3.1 | 2011.11
Installatie | nl
21
2
3
1
2