21
8.2
Meervoudige meting
Stel de FMD6 in zoals beschreven in hoofdstuk 7.
Druk op de toets <Start>.
Wanneer het geheugen is ingeschakeld, wordt er een "M" in
het display weergegeven en zal de meetwaarde automatisch
worden opgeslagen bij het drukken van de toets <Stop>.
(zie voor het in en uitschakelen van het geheugen hoofdstuk
6.2)
Plaats de elektrode in of op het te meten materiaal. (zie
hoofdstukken 5.2.1 t/m 5.2.4)
Druk op de toets <Tussenresultaat>.
De aanduiding M1 geeft aan dat 1 meetwaarde in de
meervoudige meting is opgeslagen.
Plaats de elektrode op een andere plaats in of op het te
meten materiaal.
Druk nu weer op de toets <Tussenresultaat>.
De aanduiding M2 geeft aan dat de meervoudige meting
bestaat uit 2 meetwaarden.
Steeds als u op de toets <Tussenresultaat> drukt wordt een
nieuwe meetwaarde meervoudige meting opgenomen.
Er kunnen maximaal 99 metingen per meervoudige meting
worden opgeslagen.
Tijdens de meervoudige meting kan de materiaal soort en/
of temperatuur niet worden gewijzigd.
Druk op toets <Stop> als in de meervoudige meting genoeg
metingen zijn opgenomen.
De aanduiding <Σ10> geeft aan dat de meervoudige meting
bestaat uit 10 meetwaarden. De meetwaarde is het
gemiddelde van de meervoudige meting.
De elektrode kan uit het materiaal worden verwijderd. Het
©2004 Brookhuis Micro-Electronics BV, Postbus 11, 7500 AA, Enschede, Nederland, Telefoon +31(0)53 480 3636
Fax +31(0)53 430 3646, info@brookhuis.com, www.brookhuis.com, FMD6.04, Wijzigingen aan onze producten voorbehouden.
In het display verschijnt (bijvoorbeeld)
In het display verschijnt (bijvoorbeeld)
In het display verschijnt (bijvoorbeeld)
In het display verschijnt (bijvoorbeeld)
In het display verschijnt (bijvoorbeeld)