Installatie en configuratie
Als u de SuperLoader configureert, moet u de volgende gegevens instellen:
■
■
■
■
■
■
SCSI-ID
Elk SCSI-apparaat dat is aangesloten op een server of werkstation moet een uniek
SCSI-ID hebben. U hoeft slechts één SCSI-ID in te stellen voor de SuperLoader;
u hoeft geen aparte SCSI-ID's in te stellen voor de tapedrive en de SuperLoader.
Aangezien de SuperLoader de tapedrive bestuurt, hoeft u alleen voor de
SuperLoader een SCSI-ID in te stellen.
Controleer de ID's op alle andere SCSI-apparaten op de SCSI-bus, zoals de
SCSI-hostadapter, en selecteer een ongebruikte SCSI-ID voor de SuperLoader.
De standaard-ID voor de SuperLoader is 5, maar u kunt elk ongebruikt cijfer van
0 tot en met 15 gebruiken. Als de in de fabriek ingestelde SCSI-ID (5) nog niet
wordt gebruikt door een ander apparaat op de SCSI-bus, hoeft u de SCSI-ID
van de SuperLoader niet te wijzigen in een ander cijfer dan 5.
Opmerking:
Op de SuperLoader stelt u de SCSI-ID niet in met de schakelaar.
U stelt als volgt de SCSI-ID in:
1. Schuif in het hoofdmenu naar Configuration (Configuratie) (als het hoofdmenu
Afbeelding 16: Hoofdmenu
26
SCSI-ID
IP-adres Ethernet (als u niet DHCP gebruikt)
IP-adres van de SNMP-server
IP-adres van de tijdserver (of de tijdzone, datum en tijd wanneer u de
SuperLoader handmatig configureert)
besturingsmodus
beveiligingsoptie
Negeer de SCSI-ID-schakelaar op de achterzijde van de DCA.
nog niet wordt weergegeven op het LCD-scherm, drukt u op Enter).
Status
Commands
Configuration
Diagnostics
SuperLoader voor 1-16 tapes Gebruikershandleiding