Bij dichtheidsbepaling van vloeistoffen
De dichtheid van een vloeistof wordt bepaald met behulp van een zinklood waarvan
het volumen ([ V ] zie markering) bekend is. Het zinklood wordt zowel in de lucht [A]
als ook in de gemeten vloeistof [B] gewogen.
Conform de wet van Archimedes werkt op een ondergedompeld lichaam een
opwaartse kracht [G]. Deze kracht is even groot als de gewichtkracht (het gewicht)
van de verplaatste vloeistof.
Het volumen [V] van het ondergedompelde lichaam is gelijk aan het volumen van de
verplaatste vloeistof.
G = Opwaartse kracht van zinklood
Opwaartse kracht van zinklood =
Het gewicht van zinklood in de lucht [A] – Het gewicht van zinklood in de gemeten
vloeistof [B]
Dus:
ρ = Dichtheid van gemeten vloeistof
A = Het gewicht van het zinklood in de lucht
B = Het gewicht van het zinklood in de gemeten vloeistof
V = Volumen van zinklood
2.1
Invloedgrootheden en foutbronnen
Luchtdruk
Temperatuur
Wijziging van het zinkloodvolumen
Oppervlaktespanning van de vloeistof
Luchtbellen
Indompeldiepte van de monsterschaal of zinklood
Porositeit van de vaste stof
AES-A01N-BA-nl-1210
G
ρ =
V
A-B
ρ
ρ =
+
L
V
6