Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Technische Gegevens - Gira 5431 00 Bedieningsvoorschrift

Verberg thumbnails Zie ook voor 5431 00:
Inhoudsopgave

Advertenties

Draadloze dimactor viervoudig
Verbinding met een radiografische zender verbreken
Dezelfde stappen als bij het verbinden uitvoeren (zie uitgang met radiografische zender
verbinden).
De status-LED (4) knippert snel gedurende 5 seconden. De uitgang is van de radiografi-
sche zender losgemaakt. Uitgang en radiografische zender verlaten automatisch de pro-
grammeermodus.
Wanneer meerdere verbindingen of scenarioknoppen met een radiografische zender aan-
wezig zijn, dan moeten deze allemaal afzonderlijk worden verbroken.
Alles-aan- en alles-uit-knoppen van een radiografische zender worden automatisch ver-
broken, zodra de laatste verbinding van de betreffende uitgang met de radiografische
zender wordt verbroken. Handmatig verbreken is niet mogelijk.
Bij parallelgeschakelde uitgangen worden de radiografische zenders alleen met de mas-
ter-uitgang verbonden en worden dus alleen daar verbroken.
Uitgang weer op fabrieksinstelling instellen
Alle verbindingen met radiografische zenders worden verbroken en parameters naar de fa-
brieksinstelling gereset. Wanneer de bedrijfsstandenschakelaar op PC staat, wordt het dimprin-
cipe universeel, automatisch inmeten op de last, ingesteld.
In de radiografische zenders blijven de verbindingen behouden en moeten afzonderlijk
worden verbroken.
De last is uitgeschakeld.
Knop Prog minimaal gedurende 20 seconden indrukken.
Na 4 seconden knippert de status-LED. Na 20 seconden knippert de status-LED sneller.
Knop Prog loslaten en binnen 10 seconden opnieuw kort indrukken.
De status-LED knippert gedurende ca. 5 seconden langzamer.
De uitgang is op de fabrieksinstelling gereset.
Apparaat weer op fabrieksinstelling instellen
Alle uitgangen resetten, bij parallelgeschakelde uitgangen alleen de master (zie Uitgang
weer op fabrieksinstelling instellen).
Alle status-LED's knipperen zodra de laatste uitgang werd gereset. Het apparaat is op de
fabrieksinstelling gereset.
Minimale lichtsterkte instellen
Voor iedere uitgang kan de minimale lichtsterkte in een bereik van ca. 1...67% worden inge-
steld, wanneer bijv. het licht bij lagere lichtsterkte flikkert of om lichtsterkteverschillen te com-
penseren.
Bedrijfsstandenschakelaar (2) in de positie min. draaien.
Met de radiografische zender lichtsterkte instellen.
Bedrijfsstandenschakelaar (2) weer in de oorspronkelijke positie draaien.
Bij het verlaten van de positie min. wordt de minimale lichtsterkte opgeslagen.
Inschakellichtsterkte opslaan
Voor iedere uitgang kan een eigen inschakellichtsterkte worden ingesteld (zie bediening).
5

Technische gegevens

Nominale spanning
Netfrequentie
Vermogensverlies
Standby-vermogen
32578622
10867484
01.10.2019
AC 230 V~
50 / 60 Hz
max. 8 W
max. 1,2 W
8 / 20

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave