6. Draai de duimschroef van de focusring aan.
Een analoge monitor aansluiten om camerafuncties
in te stellen
Sluit een standaard videomonitor aan op het systeem om de kwaliteit
van het videobeeld aan te passen met de DIP-schakelaars. De DIP-
schakelaars kunnen ook worden aangepast wanneer er een verbinding
is met het IP-systeem.
Een videomonitor aansluiten:
1. Steek de monitoruitgangskabel in de
videomonitoruitgangsconnector (zie Afbeelding 1 pagina 3).
2. Sluit de BNC-kabel aan op de videomonitor.
3. Stel de DIP-schakelaars in op de gewenste stand.
Camerafuncties instellen
U kunt maximaal zes camerafuncties instellen met de reeks DIP-
schakelaars aan de achterzijde van de camera. Afbeelding 6 op pagina
10 toont de indeling van de DIP-schakelaars.
Witbalans (WB)
White balance (Witbalans) vertelt de camera hoe de kleur wit eruit ziet.
Op basis van deze informatie geeft de camera vervolgens alle kleuren
correct weer.
Er zijn twee methoden om de witbalans te bepalen:
•
ATW (auto tracking white balance: witbalans automatisch
traceren). De gebruikte waarde is afhankelijk van de geselecteerde
lichtconditie. Het zorgt voor een betrouwbare kleurenreproductie
wanneer lichtomstandigheden regelmatig veranderen.
•
PTL (push-to-lock white balance: drukken voor vergrendelen
witbalans). Witbalans wordt vastgezet op het moment dat de
DIP-schakelaar in de stand ON wordt gezet.
Tegenlichtcompensatie (BLC)
De tegenlichtcompensatiefunctie verbetert de beeldkwaliteit wanneer
het licht in de achtergrond fel is. Hiermee wordt voorkomen dat het
object in het midden te donker is weergegeven.
NL - 8
UVD-IP-XP4DNR(-P)-camera