STURING
•
Zet de sleutelschakelaar op AAN.
•
De batterij-indicator geeft de lading van de batterijen weer.
•
Zet de snelheidsregelaar op de gewenste rijsnelheid.
•
Trek de rijhendel met de vingers naar de handgrepen, afhankelijk van de gewenste richting
(voorwaarts of achterwaarts).
•
U hoort de claxon wanneer u de drukknop activeert.
•
Voor de verlichting (vooraan en achteraan) bedient u de drukknop (7).
•
Voor de alarmknipperlichten bedient u de drukknop (6).
•
Voor het activeren van de richtingaanwijzers drukt u de schakelaars (8-9) in de gewenste richting
(links = linker richtingaanwijzer, rechts = rechter richtingaanwijzer).
INSTELLEN VAN DE STUURKOLOM
•
Trek of duw de stuurkolom in de gewenste stand door middel vande hendel.
•
De stuurkolom wordt met een hoorbare klik vergrendeld.
•
Controleer of de stuurkolom stevig vast zit.
B
L
De stuurkolom nooit verstellen terwijl u rijdt.
L
Zet de Scooter uit voor u de verstellingen uitvoert.
Handleiding L3-Carpo 3 / L4-Carpo 4
1 = Batterij-indicator
2 = Snelheidregelaar (traag)
3 = Snelheidregelaar (snel)
4 = Snelheidregelaar
5 = Claxon
6 = Alarmknipperlichten
7 = Verlichting
8 = Richtingaanwijzer (links)
9 = Richtingaanwijzer (rechts)
Versie: Feb-2009
A