2.2.2
Inbedrijfstelling van BKP-C
1.
Het aankoppelen van de klem voor in folie gewikkelde rechthoekige balen aan het hefwerktuig is afhankelijk
van de uitvoering van de klem. Hieronder volgen de beschrijvingen voor de verschillende uitvoeringen:
a) Driepunt (cat. II) aankoppeling
Controleer of de trekstangen van de hefinrichting van de trekker op gelijke hoogte staan. Koppel de klem
aan de categorie II driepuntshefinrichting van de trekker. Gebruik deugdelijke pennen en borgclips. Stel de
topstang zo in dat de balenklem horizontaal staat. De zijdelingse speling van de balenklem in de hefinrichting
dient minimaal te zijn. Stel dat in met de stabilisatoren van de hefinrichting.
b) Voorlader-/verreiker- en shovel aankoppeling
Ontgrendel het snelkoppelframe. Kantel het snelkoppelframe voorover m.b.v. de kipcilinders en haak de
balenklem aan de voorlader/vereriker/shovel. De haken moeten tussen de geleidingsnokken op het
snelkoppelsysteem vallen. Kantel nu het snelkoppelframe achterover d.m.v. de kipcilinders en vergrendel
het snelkoppelframe weer, zodat de balenklem stevig bevestigd wordt.
2.
Sluit de hydrauliekslangen aan en zorg er hierbij voor dat de snelkoppelingen goed schoon zijn, zodat er
geen vuil in het hydraulisch systeem van de machine komt.
3.
Controleer vervolgens of de hydraulische slangen overal vrij langs kunnen bewegen en loop na of het
systeem geen olie lekt.
4.
Controleer de balenklem op de juiste werking door het bedienen van de hydraulische functies.
2.2.3
Instellen van de klem op verschillende baaldiameters
De BKP-C is geschikt voor het klemmen van balen met diverse diameters. Om het werken met de
verschillende afmetingen zo prettig en probleemloos mogelijk te laten verlopen is de klem uitgerust met een
manuele pen-gat verstelling. Het binnenste gat is voor een baaldiameter van Ø110cm – Ø130cm, het
middelste voor Ø130cm – Ø150cm en het buitenste gat voor Ø150cm – Ø170cm.
Het verstellen dient als volgt uitgevoerd te worden.
1.
Verwijder per klemcilinder 2 stuks klemcilinderpen (12).
2.
Verwijder vervolgens per klemarm 2 stuks verstelpen (9) welke door de gaffelplaten lopen.
(De onderste verstelpennen kunnen alleen uitgenomen worden als de klemarm helemaal open staat).
Vervolgens kan het juiste instelgat gekozen worden door de gaffelplaten (4) naar binnen of buiten te
3.
schuiven. Hierbij dient aan beide zijden hetzelfde gat gekozen te worden.
4.
Na het kiezen van het juiste instelbereik kunnen de verstelpennen (9) teruggeplaatst worden en geborgd
worden met een borgclip. Idem voor de klemcilinderpennen (12).
Let op, altijd de klemcilinderpennen aan beide zijden van de cilinder in de gaten plaatsen welke
overeenkomen met die van de verstelpennen.
Door op deze wijze het juiste klembereik te kiezen is met altijd verzekerd van de juiste klemarmlengte. Op
deze manier kan er probleemloos tussen de balen gekomen worden zonder deze te beschadigen.
De WIFO balenklem is nu gereed voor gebruik.
11