3
Montage en elektrische aansluiting
3.1
Informatie voor elektrotechnici
GEVAAR
Elektrische schok bij het aanraken van onderdelen in
de montageomgeving die onder spanning staan.
Elektrische schokken kunnen dodelijk letsel tot
gevolg hebben.
Voordat werkzaamheden aan het apparaat worden
uitgevoerd, moet het spanningsloos worden gemaakt
en moeten alle onderdelen in de omgeving die onder
spanning staan, worden afgedekt!
3.2
Montage in inbouwbehuizing of inbouwdoos
De Smart Control is bestemd voor de montage in een
inbouwbehuizing (art.nr. EBG 24). De adapter van de Smart
Control wordt daarbij op een inbouwbehuizing vastgeschroefd.
Inbouwbehuizingen van andere fabrikanten moeten passen bij
de buitenmaten en boringen van de adapter en bij de Smart
Control. (Buitenmaten zie technische gegevens)
De inbouwbehuizing moet precies worden uitgelijnd en vlak in de
wand worden gemonteerd.
Als alternatief kan voor de montage van de Smart Control een
inbouwdoos conform EN 60670-1 worden gebruikt. De adapter
van de Smart Control wordt daarbij niet direct op de inbouwdoos
gemonteerd, maar op de wand.
De aanbevolen diepte van de inbouwdoos is ca. 60 mm.
4
Montage en elektrische aansluiting
SC 0081 U