Elektrische aansluiting
6
Elektrische aansluiting
sluit de externe aardklem aan conform de "Klasse A aarding" normen (≤ 10 Ω) over de kortst
mogelijke afstand.
Bij gebruik van een Ex [ia] vlottersensor NAR300 en Ex d [ia] transmitter NRR261, is het
noodzakelijk de NRR261 te aarden op een ingebouwde zenerbarrière door de onderstaande
procedure te volgen (alleen TIIS-specificatie).
• De aardkabel voor de The zenerbarrière moet onafhankelijk van de aardkabels worden
aangesloten, die voor andere doeleinden worden gebruikt (overspanningsbeveiliging), en
deze moeten worden aangesloten op een aardpunt conform "Klasse A aarding"-normen op
een explosieveilige locatie.
• Gebruik een geleidende aardkabel met een doorsnede van minimaal 2 mm
van de communicatiekabel van veldinstrumenten met klasse A aarding in een
controlekamer mag ook worden gebruikt.
Overzicht klasse A aarding
Weerstandswaarde aarding 10 Ω
Type aardkabel
6.1
Procedure voor aansluiten aardkabels
Wanneer een klasse A aarding wordt uitgevoerd vanaf een Ex [ia]-klem in plaats van
uitvoeren van een klasse A aarding van een Ex d-klem, zie de afbeelding hierna.
28
Metalen kabel met een treksterkte van minimaal 1,04 kN of een geanodiseerde
koperen kabel met een diameter van minimaal 2,6 mm (0,1 in)
NAR300-systeem
2
. De afscherming
Endress+Hauser