Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Over De Werking Van De Elektrische Verwarming; Over Input Externe Koppeling; Over Controle Filtervervuiling; Inbedrijfstelling - Daikin VAM350J7VEB Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur En De Gebruiker

Met warmteterugwinning
Inhoudsopgave

Advertenties

Als de airconditioner binnen de 2 uur na het stoppen opnieuw wordt
gestart, wordt deze functie NIET gestart.
U kunt deze functie activeren met instelling 17(27)‑2.
Met instelling 17(27)‑3 en instelling 17(27)‑9 kunt u het uitstel voor
het inschakelen van de ventilatie-unit met warmteterugwinning
instellen.
OPMERKING
Deze functie is NIET mogelijk bij een rechtstreekse
kanaalverbinding
of
warmteterugwinning
gekoppeld is.
8.5.7

Over het voorkomen van tochtgevoelens

Wanneer de verwarming is ingeschakeld in een installatie met een
airconditioner
en
de
ventilator
ontdooifunctie actief is, wordt de ventilator van de ventilatie-unit met
warmteterugwinning ingesteld op lage stand of zelfs uitgeschakeld
om een gevoel van tocht te voorkomen.
De stand van de ventilator kan worden ingesteld met instelling
17(27)‑5.
OPMERKING
Deze functie is NIET mogelijk wanneer de ventilatie-unit
met warmteterugwinning NIET aan een airconditioner
gekoppeld is.
8.5.8

Over 24-uurs ventilatie

Wanneer de afstandsbediening wordt uitgeschakeld, begint 24-uurs
ventilatie. U kunt deze functie activeren met instelling 19(29)‑4. Met
dezelfde instelling kunt u ook de ventilatorsnelheid instellen.
8.5.9

Over de ultralage instelling

Als de ventilatie te krachtig is, zelfs in lage stand, kunt u de
ventilatoren laten draaien met onderbrekingen of met heel lage
snelheid door middel van instelling 19(29)‑1.
OPMERKING
Deze functie is NIET mogelijk bij een rechtstreekse
kanaalverbinding.
8.5.10
Over de werking van de elektrische
verwarming
Als de elektrische verwarming wordt gebruikt, stelt u instelling
19(29)‑8 in op 03 of 04 en instelling 18(28)‑9 op 01. Voor meer
informatie, zie de handleiding van de printplaatverwarming.
8.5.11

Over input externe koppeling

Klemmen J2 en JC werken als contactsignaalinput om de ventilatie-
unit met warmteterugwinning in of uit te schakelen.
8.5.12

Over controle filtervervuiling

De controle van de filtervervuiling kan ALLEEN onder dezelfde
voorwaarden als 19(29)‑0‑04 of 05 worden uitgevoerd. Als de unit
bijvoorbeeld in de bypass-stand werkt, is de controle NIET mogelijk.
In dat geval houdt een timer de uren bij. Wanneer een doelwaarde is
bereikt, worden de voorwaarden voor korte tijd veranderd om de
controle van de filtervervuiling uit te voeren.
Met instelling 18(28)‑11‑02 kan deze timer op 0 worden ingesteld.
Met instelling 18(28)‑11‑03 kan de controle van de filtervervuiling op
dat moment worden uitgevoerd.
VAM350~2000J7VEB
Ventilatie-unit met warmteterugwinning
4P487293-1 – 2017.08
wanneer
de
ventilatie-unit
NIET
aan
een
airconditioner
is
uitgeschakeld
terwijl
Wanneer 18(28)‑11‑02 en 03 voltooid zijn, wordt de instelling
automatisch weer op 18(28)‑11‑01 ingesteld en wordt de werking
van de unit hervat. De instelling is ALLEEN mogelijk wanneer
instelling 19(29)‑0‑01 of 02 wordt gebruikt.
INFORMATIE
Deze functie is NIET mogelijk als er storingen zijn.
9

Inbedrijfstelling

met
9.1

Overzicht: Inbedrijfstelling

Na de installatie en wanneer de lokale instellingen zijn ingesteld
moet de installateur de correcte werking controleren. Hiervoor
MOET het systeem proefdraaien volgens de hierna beschreven
de
procedures.
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet
weten om het systeem na de configuratie in gebruik te stellen.
Het in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in:
1
De "Controlelijst voor de inbedrijfstelling" controleren.
2
Proefdraaien.
3
Indien nodig, problemen oplossen na abnormaal beëindigen
van het proefdraaien.
4
Gebruik van het systeem.
9.2
Voorzorgsmaatregelen bij de
inbedrijfstelling
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
VOORZICHTIG
Laat het systeem NIET proefdraaien terwijl aan de
binnenunits, de buitenunit of de ventilatie-units met
warmteterugwinning wordt gewerkt.
Bij het proefdraaien zal NIET alleen de unit waarop de
afstandsbediening is aangesloten werken, maar ook alle
aan deze unit gekoppelde units. Tijdens het proefdraaien
aan
een
warmteterugwinning werken is gevaarlijk.
VOORZICHTIG
Steek GEEN vingers, stokken of andere voorwerpen in de
luchtinlaat of -uitlaat. Wanneer de ventilator met hoge
snelheid draait, zou dit letsels veroorzaken.
9.3

Checklist voor de inbedrijfstelling

Controleer na de installatie van de unit eerst de volgende punten. De
unit MOET worden gesloten nadat alle onderstaande controles zijn
uitgevoerd; ALLEEN dan kunt u de unit opstarten.
Lees de volledige instructies voor installatie en gebruik,
zoals beschreven in de uitgebreide handleiding voor de
installateur en de gebruiker.
Installatie
Controleer of de unit correct is geïnstalleerd om
abnormale geluiden en trillingen te voorkomen bij het
opstarten van de unit.
Lokale bedrading
Controleer of de lokale bedrading volgens de in het
hoofdstuk
beschreven instructies, de bedradingsschema's en de
geldende wetgeving is uitgevoerd.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
9 Inbedrijfstelling
binnenunit
of
de
ventilatie-unit
"6.5  Elektrische bedrading"  op pagina  16
met
41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave