B. DE HELM
14. VENTILATIESYSTEEM
U kunt hiermee altijd de luchtstroom verhogen of verlagen om het
gewenste niveau van comfort te bereiken.
Opmerking: De snelheid van het voertuig, de voorruit of draaiing van
het hoofd kunnen de luchtstroom door de helm beïnvloeden.
C. PASVORM EN GEBRUIK
1. ZO ZET U DE HELM OP
1. Zorg ervoor dat het zonneklep in de schaal van de helm omhoog is gezet.
2. Open de nekbeschermer naar buiten toe om de opening vrij te maken.
3. Zet het vizier in de open stand.
4. Open de kinriem en het kussentje van de kinriem.
5. Pak beide kinriempjes en trek ze van elkaar af.
6. U kunt de helm nu gemakkelijk opzetten.
7. Sluit en bevestig de kinriem.
8. Leid de kinriem onder de kin door en zorg ervoor dat deze goed past.
9. Sluit de nekbeschermer.
10. Sluit het vizier en de kinriem.
11. Controleer of het vizier van de helm vergrendeld is door te proberen
of u hem vanaf de onderkant omhoog kunt duwen.
12. Bevestig de kinflap met de magneet aan de nekbeschermer.
2. DE JUISTE MAAT
WAARSCHUWING
Als u een helm met de verkeerde maat draagt, kan het risico op ernstig
of dodelijk letsel bij een ongeval toenemen. Een helm die te los op uw
hoofd zit (te los) kan bij een ongeval losraken of van uw hoofd vliegen.
Volg de stappen hieronder om een helm te kiezen die goed op uw hoofd
past:
1. DE HELM OPZETTEN
Pak beide kinriemen om de helm goed op uw hoofd te zetten. Zorg
er daarbij voor dat de bovenkant van uw hoofd de binnenkant van de helm
raakt. Zet de helm op met alle beschermingsmiddelen die u van plan bent
te gebruiken (bivakmuts, nekwarmer, enz.)
2. CONTROLEREN OF DE HELM GOED PAST
Om er zeker van te zijn dat uw helm de juiste maat heeft, controleert u of:
• De binnenvoering van de helm goed om uw hoofd aansluit.
• De pad aan de bovenkant stevig tegen uw hoofd zit.
• De wangpads tegen de wangen zitten.
• Er geen ruimte rond het voorhoofd onder de binnenvoering is. U kunt dit
controleren door te proberen of u er uw vingers tussen kunt steken.
Als de helm niet goed past, probeer dan een kleinere maat.
U moet deze stappen mogelijk meerdere keren uitvoeren voordat u alles
goed hebt afgesteld.
3. UW GEZICHTSVELD CONTROLEREN
Sommige helmen belemmeren of blokkeren uw gezichtsveld als u naar
links, rechts, omhoog of omlaag kijkt.
WAARSCHUWING
Zorg er altijd voor dat u goed genoeg kunt zien om uw voertuig veilig
te kunnen besturen.
18