• Als u de alarmfunctie selecteert, verschijnt eerst het scherm dat u bekeek
toen u deze functie de laatste keer verliet.
• Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de alarmfunctie,
die u selecteert door op C te drukken.
Een alarmtijd instellen
1. In de alarmfunctie, gebruik D om door de
alarmschermen te bladeren totdat het alarm
waarvan u de tijd wilt instellen getoond wordt.
• U kunt alarm 1 als wekalarm of eenmalig alarm instellen. Alarm 2 tot
en met 5 kunnen uitsluitend als eenmalig alarm gebruikt worden.
• Het wekalarm herhaalt zich elke vijf minuten.
2. Nadat u een alarm geselecteerd heeft, houd A ingedrukt totdat de
uurcijfers van de alarmtijd beginnen te knipperen, wat aangeeft dat het
instelscherm geselecteerd is.
• Door deze bediening wordt het alarm automatisch ingeschakeld.
3. Druk op C om het knipperen tussen de instelling van het uur en de
minuten te verplaatsen.
4. Als een instelling knippert, gebruik D (+) en B (-) om deze te
veranderen.
• Als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van de 12-uur weergave,
let er dan op dat u de tijd correct als ochtendtijd (geen indicator) of
middag/avondtijd (P indicator) instelt.
5. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
Alarm bediening
Het alarm klinkt op de ingestelde tijd gedurende ongeveer 10 seconden. In
het geval van een wekalarm wordt de alarmoperatie elke vijf minuten, in
totaal zeven keer, uitgevoerd, totdat u het alarm uitschakelt of deze
verandert naar een eenmalig alarm.
Noot
• Door op een willekeurige knop te drukken stopt het alarm.
• Door een van de volgende bedieningen uit te voeren gedurende een 5-
minuten interval tussen wekalarmen stopt de huidige wekalarmoperatie.
Het tijdfunctie instelscherm tonen.
Het alarm 1 instelscherm tonen.
Het alarm testen
In de alarmfunctie, houd D ingedrukt om het alarm te laten klinken.
Alarm 2 tot en met 5 in- en uitschakelen
1. In de alarmfunctie, gebruik D om een eenmalig
alarm (alarmnummer 2 tot en met 5) te selecteren.
2. Druk op B om het alarm in of uit te schakelen.
• Door een eenmalig alarm (2 tot en met 5) in te schakelen, wordt de
eenmalig alarm aan indicator ( ) op het scherm getoond.
• De eenmalig alarm aan indicator wordt in alle functies getoond.
• Als een willekeurig alarm is ingeschakeld, wordt de alarm aan indicator
in alle functies op het display getoond.
De werking van alarm 1 selecteren
1. In de alarmfunctie, gebruik D om alarm 1 te selecteren.
2. Druk op B om op de hieronder getoonde wijze door de beschikbare
instellingen te bladeren.
• De van toepassing zijnde alarm aan indicator ( of ) wordt in alle
functies getoond als een alarm is ingeschakeld.
• De wekalarm aan indicator ( ) knippert gedurende de 5-minuten
intervallen tussen de alarmen.
• Als u het alarm 1 instelscherm toont terwijl het wekalarm is
ingeschakeld, wordt het wekalarm automatisch uitgeschakeld (waardoor
alarm 1 een eenmalig alarm wordt).
Het uursignaal en het lichtalarm in- en uitschakelen
1. In de alarmfunctie, gebruik D om het uursignaal
te selecteren.
2. Druk op B om deze in of uit te schakelen.
• Als u het uursignaal inschakelt, wordt de uursignaal aan indicator ( ) op
het scherm getoond.
• De uursignaal aan indicator en wordt in alle functies getoond.
STOPWATCH
De stopwatch maakt het mogelijk verstreken tijd,
tussentijden en twee finishtijden te meten.
• Het bereik van de stopwatch is 99 uur, 59
minuten en 59,99 seconden.
• De stopwatch loopt door, opnieuw startend
vanaf 0, nadat deze zijn limiet heeft bereikt,
tenzij u de stopwatch stopt.
• De meetoperatie van de stopwatch gaat door zelfs als u de
stopwatchfunctie verlaat.
• Als u de stopwatchfunctie verlaat terwijl een tussentijd op het display
bevroren is, wordt de tussentijd verwijderd en keert het horloge terug
naar de verstreken tijdmeting.
• Alle operaties in deze sectie worden uitgevoerd in de stopwatchfunctie,
die u selecteert door op C te drukken.
ACHTERGRONDVERLICHTING
De achtergrondverlichting maakt gebruik van een
elektronisch paneel waardoor het gehele display
verlicht wordt voor een gemakkelijke aflezing in
het donker. De automatische lichtschakelaar
schakelt automatisch de achtergrondverlichting
aan als u het horloge naar uw gezicht draait.
• De automatische lichtschakelaar moet worden ingeschakeld (getoond
door de automatische lichtschakelaar aan indicator) om geactiveerd te
kunnen worden.
• Zie "Achtergrondverlichting voorzorgsmaatregelen" voor andere
belangrijke informatie over het gebruik van de achtergrondverlichting.
De achtergrondverlichting handmatig inschakelen
In een willekeurige functie, druk op L om het display gedurende ongeveer
een seconde te verlichten.
• Bij de bovenstaande bediening wordt de achtergrondverlichting
automatisch geactiveerd ongeacht de huidige instelling van de
automatische lichtschakelaar.
Over de automatische lichtschakelaar
Als u de automatische lichtschakelaar inschakelt, wordt de
achtergrondverlichting gedurende ongeveer een seconde geactiveerd als u
uw pols, in een willekeurige funct ie, als hieronder beschreven positioneert.
Let er op dat het horloge is voorzien van een volautomatisch elektronische
verlichting waardoor de automatische lichtschakelaar alleen maar wordt
geactiveerd als het beschikbare licht beneden een bepaald niveau is. De
achtergrondverlichting wordt niet ingeschakeld bij helder licht.
Door het horloge in een positie te houden die evenwijdig is met de grond en
daarna meer dan 40° naar u toe te draaien, zal het display verlicht worden.
2611-4