Montage van het installatieprofiel
Selectie van de montagelocatie
Monteer de Modulaire Functiezuil uitsluitend op
een vlakke ondergrond. Bij montage op oneffen
wanden bestaat het gevaar dat het installatiepro-
fiel bij het vastschroeven krom trekt, waardoor er
ongelijke spleetbreedtes kunnen ontstaan tussen
de glazen afdekkingen.
Let op
Inbouw en montage van elektrische apparaten
mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een
elektrotechnicus.
i
Elektrische scheiding
Conform VDE 0100 en VDE 0800 moeten leidin-
gen en apparaten die gebruik maken van een
veilige lage spanning elekgrisch gescheiden
worden aangelegd resp. gemonteerd van leidin-
gen en apparaten die gebruik maken van net-
spanning (230 V).
Wanneer dat niet mogelijk is, moet voor een vei-
lige scheiding worden gezorgd (schot, apparaat-
doos).
Verticale montage
Het installatieprofiel wordt verticaal gemonteerd.
De montagerichting (boven/onder) van het instal-
latieprofiel kan vrij worden gekozen. Wanneer het
installatieprofiel wordt omgedraaid, bevinden de
kabelinvoeren zich op een andere positie. Kies
daarom de montagerichting die het best past bij
uw omstandigheden.
i
Montageaanwijzingen
Zorg bij montage van het installatieprofiel voor
voldoende ruimte aan de uiteinden omdat aan
het eind van de montage de eindkappen moeten
worden aangebracht. Breng daarom bij het afte-
kenen van de boorgaten de eindkappen aan.
Wanneer de Functiezuil strak tegen plafond of
vloer wordt geïnstalleerd, moet u de bovenste
resp. onderste apparaatdoos voor de montage
op de wand aanbrengen.
Voer bij montage onderstaande handelingen in
de vermelde volgorde uit:
1. Teken de boorgaten af, boor de gaten (6 mm)
en breng de meegeleverde pluggen aan.
i
Bevestigingsgaten
Het installatieprofiel wordt bevestigd met de
horizontale sleufgaten.
Wanneer de aanwezige bevestigingsgaten niet
voldoende zijn, kunt u meer gaten in het profiel
boren. In dat geval dient de groef als boorgelei-
ding.
Gebruik voor de bevestiging niet de ronde gaten
aan de uiteinden van het profiel. Deze zijn
bedoeld om later de eindkappen vast te zetten.
2. Voer de kabels in en bevestig het installatie-
profiel met de meegeleverde schroeven aan
de wand.
3. Wanneer een elektrische scheiding (net-/laag-
spanning) is vereist, moet het schot in het
profiel worden aangebracht (hoog schot
onder blinde afdekplaten, laag schot onder
apparaateenheden).
Lees verder op pag. 5 voor montage van een
compleet apparaat, zoals de Gira Draadloze
Controller. Hieronder wordt de montage van een
apparaateenheid beschreven.
3