Het batterijniveau
controleren
Het batterijpictogram geeft het huidige
batterijniveau weer.
Wanneer de handset van
het basisstation/de lader is
genomen, geven de balkjes
het batterijniveau aan (vol,
halverwege en bijna leeg).
Wanneer de handset zich op het
basisstation/de lader bevindt,
blijven de balkjes knipperen tot
het opladen is voltooid.
Het pictogram van een lege
batterij knippert. De batterij
is bijna leeg en moet worden
opgeladen.
Als de batterijen leeg zijn, wordt de handset
uitgeschakeld. Tijdens een telefoongesprek
hoort u waarschuwingstonen wanneer de
batterijen bijna leeg zijn. Na de waarschuwing
wordt de verbinding verbroken.
NL
12
Wat is de stand-bymodus?
De telefoon staat in de stand-bymodus
wanneer deze niet in gebruik is. Op het
stand-byscherm wordt de naam en het
nummer van de handset, de datum en tijd,
het signaalpictogram en het batterijpictogram
weergegeven.
De signaalsterkte controleren
Dit pictogram geeft de
verbindingsstatus tussen de
handset en het basisstation weer.
Hoe meer balken er worden
weergegeven, hoe beter de
verbinding is.
•
Zorg ervoor dat de handset met het
basisstation is verbonden voordat u belt
of een gesprek aanneemt en de functies
van de telefoon gebruikt.
•
Als u tijdens een telefoongesprek
waarschuwingstonen hoort, is de batterij
van de handset bijna leeg of is de handset
buiten bereik. Laad de batterij op of
beweeg de handset in de richting van het
basisstation.
De handset in-/uitschakelen
•
Houd
ingedrukt om de handset uit
te schakelen. Het scherm van de handset
wordt uitgeschakeld.
Opmerking
•
Wanneer de handset is uitgeschakeld, kunt u
geen oproepen ontvangen.
•
Houd
ingedrukt om de handset in
te schakelen. Het duurt enkele seconden
voordat de handset is ingeschakeld.