2
Veiligheid
2.1
Beoogd gebruik
De machine is ontwikkeld voor het bij elkaar blazen van bladeren
of het verwijderen van bladeren uit moeilijk toegankelijke
plekken.
Ieder ander gebruik geldt als abnormaal. Voor eventuele schade
die hierdoor veroorzaakt wordt is de fabrikant niet aansprakelijk;
het risico hiervoor draagt uitsluitend de gebruiker.
Tot het beoogde gebruik behoort ook het voldoen aan de door de
fabrikant voorgeschreven bedienings- en onderhoudsvoorwaarden.
2.2
Mogelijk verkeerd gebruik
Verboden is in het bijzonder:
˗
Het blazen van hete of vloeibare materialen (letsel- en materiële
schade).
˗
De machine met een persoon te heffen (te hoog eigen gewicht).
˗
Dat personen zich tijdens de werking ophouden in de buurt van de
luchtuitlaat (letsel- en materiële schade).
˗
De machine LB 320T te gebruiken voor het schuiven.
˗
De blazer te gebruiken voor het aanblazen van vuur of hete
barbecuekolen (letsel- materiële schade, explosiegevaar).
˗
De blazer op personen of dieren te richten (letsel- en materiële
schade).
2.3
Algemene bronnen van gevaar
2.3.1
Toepassing en bediening
Voor aanvang van de werkzaamheden moet worden gecontroleerd
of de machine en de eventuele aanbouwapparaten zich in goede
staat bevinden en veilig kunnen werken.
De bediener moet de machine op de beoogde wijze gebruiken.
De machine is uitsluitend toegelaten voor de in de
gebruiksaanwijzing beschreven ondergronden.
De machine mag uitsluitend worden bediend door personen die zijn
geïnstrueerd in de hantering van de machine of hun vaardigheden
in het bedienen van de machine hebben aangetoond en
uitdrukkelijk opdracht hebben gekregen om de machine te
gebruiken.
Bij het starten van de motor mogen zich geen andere personen in
de buurt van de machine ophouden.
Alle veiligheidsvoorzieningen moeten correct aangebracht zijn en
functioneren.
De machine nooit onbeheerd laten.
Bij het verlaten van de machine de motor uitschakelen en de
machine beveiligen tegen onbedoelde bewegingen.
De bediener is verantwoordelijk voor ongevallen met andere
personen of hun eigendommen.
Werk altijd in windrichting.
Alleen bij daglicht of goede kunstverlichting werken.
2.3.2
Productspecifieke gevaren
Letselgevaar bij luchtuitlaat van de machine. Uitlaatklep instellen
en het uitlaatbereik beveiligen.
Steek nooit uw handen of voeten in de opening van de machine.
2.3.3
Gevaren door draaiende motor
Tijdens het gebruik en direct daarna de motordelen niet aanraken.
Aanzienlijk gevaar voor brandwonden door hete oppervlakken.
Voor alle werkzaamheden aan de machine en voor onderhouds-,
reinigings- en reparatiewerkzaamheden eerst de motor uitzetten en
laten afkoelen.
Benzine niet bij draaiende motor bijvullen, er bestaat levensgevaar
door verbrandings- en explosiegevaar.
Gemorste benzine meteen verwijderen met een doek, er bestaat
levensgevaar door verbrandings- en explosiegevaar.
Benzine bewaren in daarvoor bestemde verpakkingen.
Uitlaatgassen zijn giftig en schadelijk voor de gezondheid, ze
mogen niet worden ingeademd.
Nederlandse vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
2.3.4
Gevaren voor kinderen en huisdieren
De bediener moet rekening houden met de situatie ter plaatse
zoals de lawaai-effecten voor personen en dieren.
De machine mag nooit op een helling worden geparkeerd.
Kinderen en huisdieren/vee mogen zich niet in de directe omgeving
van de machine ophouden. Minimaal 10 m afstand tot de
werkzone beveiligen.
Kinderen mogen niet met de machine spelen.
2.4
Onderhoud
Reparatie-, onderhouds- en reinigingswerkzaamheden, evenals het
verhelpen van storingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd bij
uitgeschakelde aandrijving en stilstaande motor. Eventueel moeten
de bougiestekkers worden losgetrokken.
De machine mag niet worden gereinigd met sproeiwater (gevaar
voor kortsluiting of andere schade).
Veiligheidskeuring volgens de ter plaatse geldende voorschriften
voor mobiele, bedrijfsmatig gebruikte apparaten in acht nemen.
Werkzaamheden aan de machine altijd met geschikte
handschoenen en gereedschappen uitvoeren.
Uitsluitend originele onderdelen van de fabrikant gebruiken.
2.5
Kwalificatie van personeel en gebruiker
Mensen met beperkte fysieke, sensorische of mentale capaciteiten
of gebrek aan ervaring en/of kennis mogen de machine niet
gebruiken tenzij een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid toezicht houdt op de bediening of instructie.
Jongeren onder 16 jaar mogen de machine niet bedienen.
Het reactievermogen van de gebruiker mag niet beïnvloed zijn,
bijvoorbeeld door drugs, alcohol of geneesmiddelen.
De bediener moet in de hantering van de machine geïnstrueerd
zijn.
De bediener moet vertrouwd zijn met de instructies in de
gebruiksaanwijzing.
2.6
Veiligheidsmarkeringen
Deze waarschuwingsstickers aan de machine wijzen op mogelijke
gevaren om ernstig letsel of materiële schade te helpen voorkomen.
Als de stickers zijn losgeraakt of onleesbaar zijn geworden, wendt u
zich voor vervangende stickers tot uw Cramer-distributeur.
Voor de inbedrijfname eerst de
gebruiksaanwijzing en veiligheidsinstructies
lezen en in acht nemen.
Gevaar door wegslingerende voorwerpen bij
draaiende motor. Veiligheidsafstand van min.
10 m aanhouden.
Delen van de machine alleen aanraken, als
deze volledig stil is komen te staan.
Niet in het zwenkbereik van de machine
ophouden.
Gehoorbescherming en veiligheidsbril
gebruiken.
2.7
Bij de bediening vereiste beschermingsmiddelen
stevige schoenen
strakzittende kleding
gehoorbescherming
veiligheidshandschoenen
veiligheidsbril
Lees bovendien de informatie onder de voorschriften voor
ongevallenpreventie.
-4