Inhoudsopgave
Advertenties
5. wegvallen naar de zijkant.
6. de staat van de ladder (ontbreken van antislipvoeten bij aanleunladders);
7. het wegklimmen van een onbeveiligde ladder op hoogte;
8. toestand van de grond (bv. onstabiele, zachte grond, hellende grond,
gladde oppervlakken of verontreinigde vaste oppervlakken);
9. slechte weersomstandigheden (bv. wind);
10. botsing met de ladder (b.v. voertuig of deur).
b) Onjuiste behandeling
1. het optillen van de ladder in de gebruikspositie.
2. het opzetten en afbreken van de ladder.
3. het dragen van voorwerpen bij het beklimmen van de ladder.
c) uitglijden, struikelen en vallen
1. ongeschikt schoeisel
2. besmette sporten.
3. roekeloos gedrag van de gebruiker (b.v. twee stappen tegelijk zetten, van
de palen glijden).
4. toestand van de vloer (bv. onstabiele, zachte vloer, hellende vloer, gladde
oppervlakken of verontreinigde vaste oppervlakken).
d) Falen van de ladderstructuur
1. slechte staat van de ladder (bv. beschadigde ladderbomen,
slijtage/scheuren, verandering van plastic onderdelen door blootstelling aan
zonlicht).
2. overbelasting van de ladder.
3. gebruik dat niet in overeenstemming is met het beoogde doel.
e) Elektrische risico's
1. onjuiste keuze van het type geleider voor elektrische werkzaamheden.
2. onvermijdelijke werkzaamheden onder spanning (bv. opsporen van
storingen).
3. het plaatsen van geleiders in de onmiddellijke nabijheid van onder
spanning
staande
elektrische
apparatuur
(b.v.
bovengrondse
hoogspanningsleidingen).
4. beschadiging van elektrisch materiaal door geleiders (bv. afdekkingen of
beschermende isolatie).
13
Advertenties
Inhoudsopgave
