Belangrijke veiligheidsaanwijzing – let goed op Afmetingen adventure Standaard leveringsomvang / opties Toebenhoren Technische gegevens Algemene informatie m.b.t. de gebruikte accu’s Afzonderlijke functies op de adventure Accu’s wegnemen Accu’s aanbrengen Aandrijfwielen wegnemen Aandrijfwielen aanbrengen Stuurwielen wegnemen Stuurwielen aanbrengen Beensteun wegnemen...
Pagina 3
4.11 Foutmeldingen op het display 4.12 Sturen met de joystick Aanwijzingen m.b.t. het rijden Veiligheid van de bestuurder De eerste rijpogingen Aanwijzingen voor het rijden met de adventure Gevaarlijke plaatsen en gevaarlijke situaties Bereik Opslag, transport, verzending 5.6.1 Opslag 5.6.2 Transport 5.6.3...
De adventure mag om veiligheidsredenen alleen gebruikt worden door personen die: – geleerd hebben hoe ze met de adventure om moeten gaan – lichamelijk en geestelijk in staat zijn de adventure in alle mogelijke situaties veilig te besturen.
2) afhankelijk van de ingestelde hoogte van de rugleuning 98 cm 111 cm Afmetingen onderstel (zonder zitunit) 1) Bovenkant zittingbevestiging 44 cm 93 cm (83,5 cm)* Bagagemassa zitting van boven gezien (breedte) 58-60 cm * Tussen haakjes staan de afmetings van de Adventure rol- stoel met korte bogie.
Pagina 7
Bagagemassa onderstel (zonder wielen, met klapsteunen) 93 cm (82,5 cm)* 62 cm (60 cm)* 45 cm * Tussen haakjes staan de afmetings van de Adventure rol- stoel met korte bogie.
Pagina 10
Bij optimale rij-omstandigheden (vlak terrein, net opgeladen accu’s, omgevingstem- peratuur van 20 °C, gelijkmatige rijstijl enz.) kunnen de vermelde bereiken gehaald worden. De adventure voldoet aan de EG-richtlijn voor medische producten 93/42/EEG, alsook aan 89/366/ EEG elektromagnetische verdraagzaamheid.
Dit zou tot explosie van de accu kunnen lei- den. – Accu niet kortsluiten. Een kortsluiting veroorzaakt zeer hoge stromen, die de accu of de adventure zouden kunnen beschadigen. Wanneer de accu niet meer bruikbaar is, wordt deze door alber of door een alber-leverancier terug- genomen voor een vakkundige recycling.
2.1 Accu’s wegnemen De onderstaande aanwijzingen gelden voor gebruik met één alsook met twee accu’s. – Schakel de adventure uit door op de aan/uit-schakelaar [58] op het bedieningspaneel te drukken (zie hfdst. 4.2). – Klap de zitting om (zie hfdst. 2.18).
– Bij rijden met slechts één accu: plaats de afdekkap [3] op de rechter contactbehuizing [4]. – Plaats de accu in het midden van de adventure – Bij rijden met 2 accu’s: Plaats de afdekkap [3] op de middelste contactbehuizing [4].
– Ga met één voet tegen de steunplaat [6] aan de rechterkant staan (voorkomt wegglijden). – Houd met twee handen het wiel vast en trek de adventure tegelijkertijd naar achteren en naar boven. – De rechterkant van het onderstel staat nu op de steunplaat [6], het wiel staat vrij.
– Controleer of de remhendel tegen het onderstel ligt (zie hoofdstuk 3.1), aangezien de wielen er anders niet opge- stoken kunnen worden. – Zet de adventure, indien dit nog niet is gebeurd, op de twee steunplaten [6] (zie hoofdstuk 2.3).
Pagina 16
– De markering van het wiel [11] moet overeenkomen met de markering van de wielophanging [12]. – Schuif de aandrijfwielen [9] helemaal in de wielophangin- gen [10] . – Klap de steunplaten [6] weer in. – Let op een veilige verankering van de steunplaten [6] in ingeklapte toestand.
Let er altijd op, dat de steekassen van de wielen niet wor- den beschadigd bij het wegnemen van de wielen. 2.6 Stuurwielen aanbrengen – Til de adventure aan die kant op waar u het wiel wilt aan- brengen. – Neem het stuurwiel [14] in de andere hand, druk op de ver-...
– Controleer door meermaals aan het stuurwiel [14] te draai- en of dit op de juiste manier in de ophanging [15] vastzit en er niet vanzelf kan uitvallen. – Herhaal bovenstaande handelingen aan de andere kant. Controleer voordat u de wielen erop steekt altijd of de – teekassen en de ophanging op het onderstel niet vuil zijn.
2.8 Beensteun aanbrengen – Schuif de geleiding [19] van de beensteun in de opname [18] – Klap de beensteun [17] naar beneden; de vergrendeling geschiedt dan automatisch.
2.10 Bedieningspaneel aansluiten of loskoppe- De aansluitbus [20] van het bedieningspaneel bevindt zich naargelang de uitvoering van uw adventure aan de linker of rechter voorkant onder de zitting. – Schuif de stekker [21] van het bedieningspaneel voorzich- tig in de aansluitbus [20] op de adventure.
2.11 Accu opladen De oplaadbus bevindt zich naargelang de uitvoering van uw adventure aan de linker of rechter voorkant onder de zitting. – Zwenk de kap [22] op de oplaadbus opzij. – Schuif de stekker [23] van de oplader voorzichtig in de oplaadbus [24] –...
2.12 Gloeilamp van de koplamp verwisselen – Schakel de adventure met het bedieningspaneel uit. – Draai de schroef aan de voorkant van de lamp los en verwijder deze. – Vervang de kapotte gloeilamp door een nieuwe. – Voeg de twee helften van de lamp weer samen en schroef deze vast.
Let op, dat u tijdens de montage van het knipperlicht geen kabels inklemt. 2.14 Gloeilamp van het achterlicht verwisselen – Schakel de adventure met het bedieningspaneel uit. – Trek de beide achterlichthelften uit elkaar. – Verwissel de kapotte gloeilamp door een nieuwe.
2.15 Zekeringen verwisselen bij de accu – Schuif de zekering [25], die zich aan de voorkant van de accubehuizing bevindt, uit de behuizing. – Neem een nieuwe zekering [25] van hetzelfde type en plaats deze. Open nooit de behuizing van de accu’s zelf. Mocht de zekering binnen korte tijd meermaals kapot gaan, neem dan a.u.b.
2.17 Aanwijzingen m.b.t. het koppelelement op het onderstel Op het onderstel van de adventure bevindt zich een kop- pelelement. Uw leverancier van medische hulpmiddelen kan met behulp van dit koppelelement verschillende extra elementen, zoals een elektrische zittingverstelling e.d., aansluiten.
2.18 Zitunit omklappen of compleet wegnemen (functionele en standaard zitting) – Duw de beveiligingsstang [28] naar boven. Deze bevindt zich boven de accu’s aan het onderstel. – Klap de complete zitunit naar voren. – Mocht u dat willen, dan kan de complete zitunit ook hele- maal worden weggenomen.
2.19 Zitunit aanbrengen (functionele en standaard zitting) – Houd de zitunit in een hoek van circa 45 graden boven het onderstel. – Schuif de opname [29] op de zitunit in de opnamebalk [30] op het onderstel. – Klap de gehele zitunit naar beneden, waarbij deze dan automatisch met het onderstel wordt vergrendeld.
– Trek aan de vergrendeling [31] aan het onderste uiteinde van de armsteun. – Klap tegelijkertijd de armsteun [32] naar achteren. – De armsteun kan (omgeklapt) op de adventure blijven zitten, maar kan ook helemaal worden weggenomen. – Wordt de armsteun weer in de uitgangspositie terugge- klapt, dan klikt deze automatisch in de opname [33] vast.
Wordt de armsteun [32] met het bedieningspaneel ver- wijderd, dan moet u eerst de aansluitstekker [21] van het bedieningspaneel uittrekken (zie hoofdstuk 2.10). 2.21 Armsteun aanbrengen 2.21.1 Functionele zitting – Schuif de armsteun [32] in de opname [33]. – Kantel de ingeschoven armsteun [32] naar voren tot deze in de opname [33] vastklikt.
2.21.2 Standaard zitting – Schuif de armsteun [32] in de opname [35]. – Draai de stergreep [34] stevig vast. – Sluit eventueel het bedieningspaneel weer aan (zie hoofdstuk 2.10). 2.22 Rugleuning wegnemen 2.22.1 Functionele zitting – Druk de vergrendeling van de rugleuning [36] met één hand naar beneden.
Let er altijd op, dat de geleidingsrollen niet vuil of bescha- digd zijn. 2.22.2 Standaard zitting – Draai de vier stergrepen [39] los en verwijder deze. – Trek aan de steunbalk [37] de hele rugleuning [38] naar boven. – Verwijder de rugleuning [38] . –...
2.23 Rugleuning aanbrengen 2.23.1 Functionele zitting – Schuif de rollen [41] van de rugleuning in de geleidingsrails [42]. – Laat de rugleuning [38] helemaal in de geleidingsrails [42] glijden. – De rugleuning [38] klikt bij het bereiken van de eindpositie automatisch vast.
2.24 Rugleuning omklappen (alleen bij functionele zitting) – Druk de vergrendeling van de rugleuning [36] met één hand naar beneden. – Trek tegelijkertijd met de andere hand aan de steunbalk [37] de volledige rugleuning zover naar boven tot de gelei- ding [43] uit de geleidingsrail [42] steekt.
– Maak de klittebandsluiting [44] los die aan de bovenkant van de bekleding van de rugleuning zit. – Verwijder de bekleding van de rugleuning [45]. 2.26 Bekleding van de rugleuning aanbrengen (alleen bij functionele zitting) Comfort- en standaardbekleding – Schuif de bekleding van de rugleuning [45] op de juiste manier op de rugleuningvorm [46].
2.27 Bekleding van de zitting verwijderen (alle- en bij functionele zitting) Comfort- en standaardbekleding – Maak de klittebandsluiting [47] los, die zich aan de voorste onderkant van de bekleding van de zitting bevindt. – Verwijder de bekleding van de zitting [48]. 2.28 Bekleding van de zitting aanbrengen (alle- en bij de functionele zitting) Comfort- en stand- aardbekleding...
2.29 Bedieningspaneel wegnemen – Trek eerst, indien dit nog niet is gebeurd, de stekker van het bedieningspaneel uit de aansluitbus op het onderstel (zie hoofdstuk 2.10). – Maak beide klemmen [51] die zich aan de zijkant van de houder [50] bevinden, los en verwijder deze. –...
2.30 Bedieningspaneel aanbrengen – Trek de vergrendeling [52] naar achteren. – Breng de draaipennen [55] op het bedieningspaneel in de opnamen [54] op de armsteun. – Schuif de vergrendeling [52] naar voren. – Het bedieningspaneel [53] moet nu onbeweeglijk verbon- den zijn met de houder [50].
– In deze positie zijn de remmen gedeactiveerd, zodat de adventure door een begeleider geduwd kan worden. In de duwmodus mag de adventure alleen op een vlak ter- rein worden geparkeerd, aangezien de elektromechanische rem gedeactiveerd is. De hendel [56] kan in geval van nood...
3.2 Bekkengordel (als optie verkrijgbaar) Als optie verkrijgbaar is een bekkengordel [71] van alber, die ook op een later tijdstip door uw leverancier aan de adventure kan worden aangebracht. Functionele zitting De houder [72] van de bekkengordel is vast verbonden met de functionele zitting.
3.3 In- en uitstappen 3.3.1 Functionele zitting Instappen in de adventure – Plaats de adventure zo dicht mogelijk bij uw stoel (vraag of iemand u kan helpen indien dit nodig mocht zijn). – Controleer of de adventure is uitgeschakeld. – Controleer of de adventure in de elektrische modus staat (zie hoofdstuk 3.1).
Gebruik indien mogelijk een glijplank. 3.3.2 Standaard zitting Het in- en uitstappen bij uw adventure vindt in principe plaats zoals beschreven in hoofdstuk 3.3.1. Bij de standaard- zitting kan de armsteun echter niet worden omgeklapt, maar moet helemaal worden weggenomen.
4 Inbedrijfstelling 4.1 Afzonderlijke elementen op het bedienings- paneel (overzicht) Alle functies van uw adventure worden centraal via het be- dieningspaneel [53] gestuurd, het gaat hierbij om de volgende bedieningselementen: – [57] Display – [58] Aan-/uit-schakelaar – [59] Menubesturing – [60] Instelwiel voor de instelling van de maximumsnelheid –...
Met het instelwiel [60] kunt u traploos de maximumsnel- heid instellen, die uw adventure moet bereiken bij volledige uitsturing van de joystick. Bij uw eerste rijpogingen met de adventure raden wij u aan een lage snelheid in te stellen, zodat u het systeem eerst goed leert kennen.
– De wegrijdblokkering is gedeactiveerd, de adventure kan onmiddellijk via het bedieningspaneel worden gebruikt. 4.7 Verlichting Het voor- en achterlicht van uw adventure worden met toets [63] in- resp. uitgeschakeld. Op het display verschijnt bij geactiveerde verlichting een symbool.
4.9 Gebruiksmodi 4.9.1 Instellingen door de fabriek Uw adventure beschikt over twee gebruiksmodi - de indoor en de outdoor modus. Dit zijn twee verschillende (door de fabrikant voorgeprogrammeerde) parametercombinaties, die als volgt zijn opgeslagen: Functie Indoor-modus Outdoor-modus Maximumsnelheid 60 % van de bereikbare...
– Automatische uitschakeltijd: het tijdsbestek waarin de adventure gebruiksklaar blijft zonder dat deze (ter bespa- ring van energie) automatisch uitschakelt. – Joystick voor het geven van een rijsignaal; de maximaal noodzakelijke uitslag van de joystick die nodig is voor een rijcommando.
[66] of [67]. De betreffende activeringen worden op het display aangeduid. 4.11 Foutmeldingen op het display Voordat u met de adventure gaat rijden, moet u eerst contro- leren of deze goed functioneert. Controleer of alle onderdelen goed vergrendeld zijn, of de stuurwielen goed lopen en of de adventure op vlakke stukken goed remt.
Pagina 48
Symbool van de Ongelijke Aan beide zijden aandrijving knippert aandrijvingscoderingen aangedreven wielen met identieke Uitroepteken brandt snelheidswaarden bevestigen Code 3 Symbool van de Geen communicatie Wielen verwisselen. aandrijving knippert met aandrijving “links” Neem contact op met Uitroepteken brandt uw vakhandel of het alber Service-center, Letter »L«...
Pagina 49
Accusymbool knippert Accu verkeerd 1. Bij het rijden met 1 geplaatst, resp. accupack: accu niet in de Uitroepteken knippert verkeerd herkend middelste positie geplaatst! (L6 = accupack links, R6 2. Bij het rijden met 2 Code 6 = accupack rechts) accupacks: –...
Pagina 50
Aandrijvingssymbool Hardware-/systeemfout Neem contact op met knippert aandrijring “links“ uw vakhandel of het alber Service-center Uitroepteken brandt Letter »L« knippert Code L0 Aandrijvingssymbool Hardware-/systeemfout Neem contact op met knippert aandrijring “rechts“ uw vakhandel of het alber Service-center Uitroepteken brandt Letter »R« knippert Code R0 Aandrijvingssymbool Overbelastingsuit-...
Pagina 51
Aandrijvingssymbool Uitschakeling Uitschakeling na knippert bedrijfstemperatuur verhoogde temperatuur aandrijving “links” door oververhitting Temperatuur-symbool aandrijving! brandt Systeem laten afkoelen! (benodigde tijd om af Uitroepteken brandt te koelen is afhankelijk van omgevings- Letter »L« knippert temperatuur!) Code L3 Aandrijvingssymbool Uitschakeling Uitschakeling na knippert bedrijfstemperatuur verhoogde temperatuur...
Pagina 52
Interface-symbool Hardwarefout interface Neem contact op met knippert uw vakhandel of het alber Service-center Uitroepteken brandt Letter »S« knippert Code S0 Interface-symbool CPU-fout interface Neem contact op met knippert uw vakhandel of het alber Service-center Uitroepteken brandt Letter »S« knippert Code S1 Interface-symbool RAM-fout interface...
Pagina 53
Complete zitunit* Hardwarefout Neem contact op met knippert randapparatuurmodule uw vakhandel of het (verschillende alber Service-center Interface-symbool aandrijvingen en/of knippert relaisaansturing) Uitroepteken brandt Letter »P« knippert Code P0 Complete zitunit* CPU-fout Neem contact op met knippert randapparatuurmodule uw vakhandel of het alber Service-center Interface-symbool knippert...
Pagina 54
Complete zitunit* Toetsenfunctie Neem contact op met knippert »Snelheid uw vakhandel of het verminderen« en/of » alber Service-center Interface-symbool Snelheid verhogen« knippert meermaals toegewezen Uitroepteken knippert Letter »P« knippert Code P7 Complete zitunit* Geen tegenfunctie Neem contact op met knippert bij de toetsenfunctie uw vakhandel of het knipperlicht »links«...
Pagina 55
Bedieningspaneel- ROM-rekenfout Neem contact op met symbool knippert speciale besturing uw vakhandel of het alber Service-center Interface-symbool knippert Uitroepteken brandt Letter »E« knippert Code E3 Bedieningspaneel- Joystick-fout Neem contact op met symbool knippert speciale besturing uw vakhandel of het alber Service-center Interface-symbool knippert Uitroepteken brandt...
Hier zult u in het begin misschien een beetje aan moeten wennen bij het rijden met de adventure en het is dan ook verstandig om de eerste keer uitsluitend met de laagste snelheid en liefst op vlak terrein te rijden.
Pagina 57
De adventure rijdt recht vooruit De adventure maakt bij het vooruit rijden een bocht naar rechts. De draaicirkel is afhankelijk van de uitsturing van de joystick. De adventure draait op de plaats naar rechts De adventure maakt bij het achteruit rijden een bocht naar links.
Pagina 58
De adventure rijdt recht achteruit De adventure maakt bij het achteruit rijden een bocht naar rechts. De draaicirkel is afhankelijk van de uitsturing van de joystick. De adventure draait op de plaats naar links De adventure maakt bij het vooruit rijden een bocht naar links.
Pagina 59
Toch is het niet verstandig om de adventure te parkeren op hellingen met een neiging van meer dan 18 %. De joystick functioneert net als het gaspedaal van een auto.
Probeer geen oncontroleerbare rukken te geven aan de joy- stick, vooral niet bij gevaarlijke situaties die u wilt omzeilen. U kunt dan beter de adventure uit voorzorg tot stilstand brengen. Wanneer u de joystick van uw adventure loslaat, remt deze vanzelf af.
Pagina 61
Gaan zitten in of opstaan uit een rolstoel vraagt veel van uw lichaamskracht. Laat u eventueel ondersteunen door een begeleider. Voordat u uit de adventure opstaat, moet u deze uitschake- len. U vermijdt zo, dat deze ongewild begint te rijden door een onverhoeds contact met het bedieningspaneel. Ook moet u erop letten dat de vastzetremmen geactiveerd zijn (zie hoofdstuk 3.1 „Omschakelen elektrische modus / duw-...
Activeer de elektrische modus (hendel [56] tegen het on- derstel leggen, zie hoofdstuk 3.1) zonder de adventure in te schakelen. In de zo geactiveerde elektrische gebruiksmodus wordt per ongeluk wegrollen door de stroomloze, zelfrem- mende aandrijfwielen voorkomen. Vraag in bijzondere rijsituaties, b.v. wanneer u een helling op moet, of een berg af, bij hindernissen of slecht wegdek een persoon om u te begeleiden en u te ondersteunen.
Pas in dit geval uw rijgedrag aan. 5.5 Bereik Voor elke gebruiker van de adventure is de vraag naar het bereik van het systeem van groot belang. In het algemeen kan men zeggen, dat het bereik bij het ge- bruik met beide accu’s ca.
5.6 Opslag, transport, verzending 5.6.1 Opslag Mocht uw adventure langere tijd niet worden gebruikt, dan moet u de adventure en met name de accu’s in een droge omgeving, bij voorkeur bij kamertemperatuur (+15 °C tot 25 °C) opslaan. Bij uitsluitende opslag zonder inbedrijfstelling moeten de accu’s om de 2 maanden worden aangesloten op de bijgele-...
– in geen geval wasbenzine of iets dergelijks. 6.2 Onderhoud Uw adventure is bij normaal gebruik een apparaat dat maar weinig onderhoud behoeft. Het is wel belangrijk om regel- matig te (laten) controleren of alle onderdelen nog goed vast zitten.
– de adventure niet op de juiste manier wordt gebruikt – de adventure niet om de 2 jaar een onderhoudsbeurt krijgt bij een erkende dealer of bij Ulrich Alber GmbH – de adventure niet overeenkomstig de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing in gebruik werd genomen –...