5 BEDIENING
5.2
Bedieningspaneel
1. Netschakelaar(A1)
2. Noodstopknop (A30)
3. Lamp netspanning AAN (A32)
4. Noodstopresetdrukknop (A31)
5. Witte lamp (A34)
Bedieningspaneel
1. Netschakelaar(A1).
2. Noodstopknop (A30). Een druk op de knop leidt tot functieverlies. De knop moet
worden vrijgegeven voordat de reset kan worden uitgevoerd.
3. Lamp netspanning AAN (A32). Brandt (groen) zodra de stroom is ingeschakeld en het
regelsysteem is opgestart. (De netschakelaar (1) wordt in de AAN-stand gezet). Deze
drukknop wordt, in combinatie met (A33), ook gebruikt voor kalibratie en reset van
een tweede rolstelling (RB2) die wordt aangesloten op de primaire rolstelling (RB1).
4. Noodstopresetknop (A31). Brandt (blauw) wanneer een van de noodstopdrukknoppen
wordt geactiveerd en/of niet wordt gereset. Hij knippert wanneer de
noodstopdrukknoppen weer worden gedeactiveerd en gaat uit wanneer de knoppen
worden ingedrukt (noodstopreset).
5. Witte lamp (A34). Gaat branden nadat de gewenste bedieningsmodus is gekozen,
ofwel lokaal (brandt continu) ofwel via een extern apparaat (knippert), bijvoorbeeld
ESAB CaB. Druk op deze drukknop om de lokale bediening te activeren wanneer de
rolstelling als zelfstandige eenheid wordt gebruikt. Druk nogmaals om deze bediening
te deactiveren. Wanneer de rolstelling is aangesloten op en wordt bediend met een
ESAB CaB, d.w.z. dat de digitale uitgang van de CaB op hoog is ingesteld, knippert
dit lampje totdat het signaal weer op laag wordt gezet.
0463 740 001
6. Alarmlamp/-drukknop (A33)
7. Connector naar externe bediening (XS1)
8. Connector naar de volgende rolstellingeenheid
(XP2)
9. Digitaal display (A35) (optioneel)
- 30 -
© ESAB AB 2023