via parameter, object of de managementafstandsbediening
ingesteld.
Schakelen
De verlichting wordt bij aanwezigheid en onvoldoende
lichtsterkte ingeschakeld, bij afwezigheid of voldoende
lichtsterkte uitgeschakeld. Met een drukknop kan handmatig
worden geschakeld of gedimd.
Constante lichtregeling
Bij ingeschakelde constante lichtregeling wordt de lichtsterkte
op de gewenste lichtsterkte constant gehouden. De regeling
wordt volautomatisch of handmatig met drukknoppen resp.
afstandsbediening gestart. Handmatig uitschakelen, dimmen
en scènes stoppen de regeling tijdens de aanwezigheid.
Nalooptijd
De minimale nalooptijd kan voor alle kanalen licht tussen 30 s
en 60 min worden ingesteld. Deze past zich zelflerend aan het
gebruikersgedrag aan en kan automatisch tot max. 30 min
worden verhoogd resp. weer tot de ingestelde minimumtijd
worden verlaagd. Bij instellingen ≤ 2 min of ≥ 30 min blijft
de nalooptijd onveranderd op de ingestelde waarde. Als een
niet-bezette ruimte slechts kort wordt betreden en binnen
30 s weer verlaten, wordt het licht na 2 minuten vroegtijdig
uitgeschakeld (kortdurende aanwezigheid).
Stand-by
De stand-by-functie dient als oriëntatielicht. Na afloop van
de nalooptijd wordt de verlichting weer op de stand-by-
dimwaarde (1 - 25%) ingesteld. De stand-by-tijd kan tussen
30 s en 60 minuten of constant worden ingesteld. Ligt de
lichtsterkte in de ruimte boven de lichtsterkte-schakel-
waarde / gewenste lichtstesrkte, dan wordt de verlichting
5