INSTELLING
KETTINGGELEIDER EN DIAMANTKETTING AANBRENGEN
JUISTE KETTINGSPANNING
Alle kettingen hebben de neiging om bij gebruik uit te rekken.
Diamantkettingen rekken meer uit dan houtzaagkettingen vanwege de
schurende materialen die ermee worden gezaagd.
Als de ketting te strak gespannen is, wordt een groot deel van het
zaagvermogen verbruikt voor het ronddraaien van de ketting in plaats
van voor het zagen zelf. Bij een uitzonderlijk hoge kettingspanning is de
zaag mogelijk helemaal niet meer in staat om de ketting rond te draaien.
Bovendien kan de neus van de kettinggeleider beschadigd raken en kan
de ketting vroegtijdig uitrekken.
KETTING TE LOS
Als de ketting te los zit, kan deze losraken van de kettinggeleider of
kan het aandrijfkettingwiel ronddraaien zonder dat de ketting wordt
rondgedraaid, waardoor aandrijfschakels beschadigd kunnen raken.
Wanneer een ketting zodanig uitrekt dat de aandrijfschakels ongeveer 12
tot 18 mm onder de kettinggeleider hangen, moet de ketting op spanning
worden gebracht.
14
695GC / 695F4 BEDIENINGSHANDLEIDING