Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Test-Aanwezigheid; Detectiegevoeligheid - Theben HTS thePrema P360 KNX UP WH Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor thePrema P360 KNX UP WH:
Inhoudsopgave

Advertenties

(De momenteel gemeten lichtsterkte (lux) kan bij de
managementafstandsbediening "SendoPro 868-A", met de
stuuropdracht Teach-in of met de installatieafstandsbe-
diening "theSenda P" met de toets Teach-in worden over-
genomen.) Waarden buiten het toegestane bereik worden
automatisch op de betreffende grenswaarde gezet.
Deactivering van de lichtsterktemeting in de schakelmo-
dus (de lichtsterkte heeft geen invloed): Meting UIT
De kanalen licht schakelen alleen na aan-/afwezigheid
4. Ruimtecorrectiefactor C1, C2
De ruimtecorrectiefactor is een maat voor het verschil tussen
de gemeten lichtsterkte bij het plafond en op de werkplek.
De gemeten lichtsterkte bij het plafond wordt beïnvloed door
de montageplaats, de lichtinval, de zonnestand, de weersom-
standigheden, de reflectie-eigenschappen van de ruimte en
het meubilair.
Met de ruimtecorrectiefactor wordt de gemeten lichtsterkte
van het betreffende lichtkanaal aan de omstandigheden in de
ruimte aangepast en kan zo op de gemeten luxwaarde  op
het vlak onder de aanwezigheidsmelder worden aangepast.
Ruimtecorrectiefactor = Lichtsterkte bij het plafond
Lichtsterkte op de werkplek
Let op het "KNX-handboek thePrema" voor het kalibre-
ren van de lichtmetingen resp. voor de instelling van de
ruimtecorrectiefactor.
De luxmeter wordt op het werkvlak onder de sensor
geplaatst en de gemeten luxwaarde wordt met de manage-
mentafstandsbediening "SendoPro 868-A" ingevoerd.
De ruimtecorrectiefactor wordt daaruit automatisch bere-
kend. Toegestaan zijn waarden tussen 0,05 en 2,0. Bere-
kende of ingevoerde waarden buiten het toegestane gebied
worden automatisch op de betreffende grenswaarde gezet.
De berekende ruimtecorrectiefactor wordt direct overgeno-
men. Ter controle kan de ruimtecorrectiefactor via het object
worden opgevraagd.
De ruimtecorrectiefactor kan direct alleen met
de ETS worden gewijzigd.
!
De standaardwaarde is 0,3 en is geschikt voor
de meeste toepassingen.
Veranderingen zijn alleen in sterk afwijkende
situaties zinvol.

5. Detectiegevoeligheid

De melder heeft 5 gevoeligheidsniveaus. De basisinstelling is
het middelste niveau (3). De gevoeligheid geldt ook tijdens de
testmodus. Door de keuze van de bedrijfsmodus test-aanwe-
zigheid wordt het ingestelde gevoeligheidsniveau niet
gewijzigd. Met de managementafstandsbediening „SendoPro
868-A" kunnen de niveaus 1 t/m 5 worden gekozen en naar
de melder worden gezonden. Met de installatieafstandsbe-
diening „theSenda P" kan de gevoeligheid bij elke druk op de
knop één niveau worden verhoogd of verlaagd.
Niveau
Gevoeligheid
1
zeer ongevoelig
2
ongevoelig
3
Standaard
4
gevoelig
5
zeer gevoelig
Testmodus
De thePrema P360 KNX beschikt over twee testmodi.

Test-aanwezigheid

Test-licht
1. Test-aanwezigheid
De test-aanwezigheid dient ter controle van de aanwezig-
heidsdetectie en de parallelschakeling.
Activeren
Stuuropdracht Test-aanwezigheid «AAN» met de managemen-
tafstandsbediening "SendoPro 868-A" of installatieafstands-
bediening "theSenda P" toets "Test-aanwezigheid"
AAN-telegram via busobject (51)
De testmodus aanwezigheid kan altijd worden geactiveerd.
Beëindi-
Met aansluitende herstart:
gen
Stuuropdracht Test-aanwezigheid «UIT» met de managemen-
tafstandsbediening "SendoPro 868-A"
UIT-telegram via busobject (51)
Uitval van de netspanning en daardoor Powerup
Automatisch na de in de ETS ingestelde tijd
Zonder herstart:
Activeren van test-licht met de managementafstandsbe-
diening "SendoPro 868-A"
Weergave
Beschrijving
van de
LED
Toestand
kanalen
On
Bij beweging is de LED aan en de kanalen C1, C2 sluiten.
Uit
Na afloop van de beweging is de LED uit en de kanalen C1, C2
openen na ca. 10 s.
Testgedrag
Lichtsterktemeting gedeactiveerd, lichtuitgang reageert
niet op lichtsterkte
De melder reageert zoals in de bedieningswijze Volautoma-
tisch, ook als Halfautomatisch is ingesteld.
Het regelingstype verandert in schakelen als het regelings-
type op constante lichtregeling is ingesteld. Het licht wordt
niet geregeld.
Licht «AAN» bij beweging; Licht «UIT» bij afwezigheid
De kanalen C1 en C2 licht hebben een vaste nalooptijd van
10 s.
De kanalen aanwezigheid en ruimtebewaking reageren net
zoals in de normale bedrijfsmodus.
6

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

2079000Theprema p360 knx up gr2079001

Inhoudsopgave