Fig. 1
plastic
rubber
Fig. 2
Fig. 3
Fig. 4
5. Montage
● Suggestie: plaats het pictogram label eerst (Par. 9.).
● Let op de montagepositie van de armatuur.
Bevestigingspunten: zie tekeningen op maatschetsenpagina.
● Monteer de rubber tule en duw de aansluitkabel (s) door het membraan van
de doorvoertule in de armatuur (fig. 1).
Toelaatbare kabels: 3 x 0,5 tot 2,5 mm ².
Isolatieklasse II: aarde alleen klem voor doorvoerbedrading.
● Bevestig de achterbak aan de wand of plafond met geschikte schroeven (4
tot 5 mm doorsnede) en pluggen. Gebruik de meegeleverde afdichtringen en
ringen (let op de juiste volgorde, fig. 2).
● Plaats de batterijconnector en noteer de datum van ingebruikneming op het
aangegeven veld (afb. 3a). Let op de juiste kabelgeleiding (fig. 3b).
● Selecteer de gewenste modus (permanent- of niet permanent) via de
modus-schakelaar aan de onderkant van de printplaat (afb. 4a): OP =
permanent modus.
● Sluit de kabels aan op de aansluiting van de elektronica behuizing en steek
deze in de armatuur. Let op de juiste positionering van de behuizing.
● Breng het deksel van de behuizing onder, vouw naar boven, zorg voor een
juiste en veilige positionering en draai de schroeven vast (max. 1,1 Nm).
6. Batterij
6.1 Inbedrijfstelling
Inbedrijfstelling mag alleen worden uitgevoerd bij temperaturen binnen het
metaal
opgegeven bereik. Het opladen van de accu's bij overmatige of onvoldoende
temperaturen kan de batterijen beschadigen en wordt voorkomen door de
elektronica. De temperatuurmeting geïntegreerd voor dit doel kan een kleine
vertraging veroorzaken van het start-proces (ca. 30 tot 60 s) met de eerste
ingebruikname van koude armaturen (ook bij omgevingstemperaturen
boven -5 ° C).
Het LED-display knippert geel in dit geval. Voor het achteraf bepalen van de
levensduur van de batterijen, voer de eerste datum van ingebruikname in het
veld op de behuizing (afb. 3a)!
6.2 Vervangen van de batterij
Vervangen van de batterij mag alleen door een vakbekwaam persoon
uitgevoerd worden.
Verwijder de elektronica behuizing en draai de schroef aan de onderzijde van
de printplaat los. U kunt nu de batterij vervangen.
Bij het plaatsen van de nieuwe batterij, let op de datum van ingebruikneming
en de correcte kabelgeleiding (fig. 3b). Onjuiste routering van kabels kunnen
schaduwen veroorzaken in de pictogramverlichting. Schroef de printplaat weer
vast. Zie par.5 voor de overige montage procedure.
Haal de netspanning van de armatuur voordat
de batterij vervangen wordt
Pagina 3