Storingen
Let op: Probeer niet om de storingen te verhelpen met behulp van niet-gekwalificeerd personeel.
Storing
Storing opheffen
Het apparaat start niet
•
Controleer de netspanning.
•
Controleer de voedingskabel op evt. kabelbreuken.
•
Controleer of alle draden op de klemmenstrook vast zitten.
•
Controleer of er spanning staat op het aansluitblokje in het apparaat.
•
Controleer of er spanning voor en na de aan/uit schakelaar aanwezig is.
Het apparaat levert geen ontvochtiging
•
Controleer de omgeving, temperatuur en luchtvochtigheid.
•
Controleer of de compressor draait.
Het apparaat maakt een piepend geluid
•
Controleer de as van de ventilatormotor op speling en roest.
•
Bij de DF800F: controleer het ventilatorblad op speling t.o.v. de motor.
Het apparaat maakt een ratelend geluid
•
Controleer of er sporen van olie zichtbaar zijn in de machine.
•
Controleer visueel of het koperen leidingwerk is beschadigd.
Het koelsysteem is lek
•
Koeltechnische reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een erkend
koeltechnisch bedrijf.
•
Let er op dat wanneer het koelsysteem lek is, de droger niet meer ingeschakeld
mag worden.
De ontdooiklep werkt niet
•
Controleer of de bedrading (2 blauwe draden) van de ontdooispoel correct zijn
aangesloten op de klemmenstrook en ontdooithermostaat.
•
Controleer de werking van de ontdooiklep door deze los te koppelen en er 230V op
te zetten. De klep moet een tikkend geluid maken.
De hygrostaat werkt niet
•
Controleer of de bedrading van de hygrostaat goed is aangesloten op de klemmen-
strook.
•
Controleer of de hygrostaat schakelt door deze los te koppelen en door te meten.
De compressor slaat steeds uit
•
Controleer of de droger juist staat opgesteld.
•
Controleer of het aanzuig en uitblaas rooster van de droger vrij zijn.
•
Controleer of het koelblok niet vervuild is, zodat er geen lucht tussen de tussen de
lamellen door kan.
•
Controleer of de ventilatormotor draait.
•
Controleer of het blok van de bouwdroger op de juiste manier invriest (van onder
naar boven voor ongeveer 90 % van het blok).
•
Controleer of het koelblok van de bouwdroger niet dichtvriest.
•
Controleer of de ontdooiklep niet blijft hangen.
Het apparaat trilt
•
Controleer of de droger juist en op een vlakke solide ondergrond is opgesteld.
•
Controleer of alle schroeven van de kap aanwezig en aangedraaid zijn.
•
Controleer of de rubbervoetjes van de compressor nog heel zijn en vast zitten.
•
Controleer de bevestiging van de ventilatormotor.
•
Controleer de ventilatormotor op een evt. onbalans.
De zekering in de meterkast springt
•
Controleer de voedingskabel op evt. kabelbreuken en beschadigingen aan de
mantel.
•
Controleer de bedrading van de droger op evt. losse contacten of open isolatie.
•
Controleer de componenten van de droge visueel op beschadigingen en meet deze
bij twijfel door.
•
Verwijder het kapje op de compressor en controleer de bedrading en evt. de clixon
Er zit olie aan de binnenkant
•
Controleer of de olie plakt. Indien het om een plakkerige substantie gaat, dan komt
dit waarschijnlijk uit de condensator. Deze dient dan vervangen te worden.
•
Controleer of de het een motorolie achtige substantie is. De olie is afkomstig uit het
koelsysteem. Contacteer hiervoor een koeltechnisch bedrijf voor reparatie.
6
De ventilatormotor werkt niet
•
Controleer of de ventilatormotor vrij rond kan draaien
•
Controleer of de draden op de ventilatormotor en op de klemmenstrook vast zitten
en verwissel de ontdooithermostaat.
•
Controleer of er spanning op de ventilatormotor staat.
•
Wanneer de droger in de ontdooistand staat, draait de ventilatormotor niet.
Het apparaat lekt
•
Controleer of de droger juist opgesteld staat.
•
Controleer de lekbak op vuil.
•
Controleer of de waterdoorvoer naar buiten vrij is.
•
Controleer de afvoerslang op vuil, of verstoppingen.
•
Controleer of de rubber stop aan de binnenkant van de droger geplaatst is.
Indien het apparaat nog niet naar behoren werkt, neem dan contact op met de dealer waar u de ventilator heeft aangeschaft.
7