Bedieningselementen
1
2
3
4
Afb. 8
Bedieningselementen, aanzicht van onderaf
Pos.
Afb.
Functie
1
Status LED 2 (groen)
Geeft door verschillend knippergedrag verschil-
lende toestanden van het weerstation aan
2
Status LED 1 (rood)
Geeft door verschillend knippergedrag verschil-
lende toestanden van het weerstation aan
3
Programmeertoets
Om het weerstation aan een kanaal toe te wijzen
of hieruit te wissen
kort indrukken:
langer dan
5 sec. indrukken:
4
Testtoets
Om een testprotocol naar het WMS netwerk te
zenden
4
Technische wijzigingen voorbehouden
programmeerprotocol voor
kanaal zenden
wisprotocol voor kanaal zen-
den
Eerste ingebruikname
Verdere informatie en hulpmiddelen zoals
Videohandleidingen en het
WMS Praktijkhandboek vindt u op onze
supportsite.
www.warema.com/draadloze-systemen-support
Voor de ingebruikneming adviseren wij de
pc-software WMS studio pro!
Verwijder het transparante beschermkapje van de stromings-
sensor.
Schakel de netspanning in.
Het apparaat is nu ingeschakeld en gereed voor gebruik.
Neem het weerstation met een WMS Handzender comfort of
een WMS centrale op in het netwerk. Daarna kunt u het weer-
station toewijzen aan de gewenste kanalen (actuatoren). Zie
hoofdstuk Ingebruiknamefuncties.
Het weerstation zendt nu met regelmatige tussenpozen de
weergegevens naar het WMS netwerk. De actuatoren analyse-
ren deze informatie en reageren overeenkomstig hun parame-
terinstellingen.
Nadat het weerstation werd toegewezen aan de
gewenste actuatoren, kan dit worden getest zoals
beschreven in het hoofdstuk Ingebruiknamefunc-
ties.
Let er bij de ingebruikname op, dat het weersta-
tion voor verhoging van de meetnauwkeurigheid
beschikt over een interne temperatuurcorrectie.
Het apparaat volgt een temperatuurverandering
in een periode van ca. 10 min. per °C. Bij het in-
schakelen van de bedrijfsspanning wordt de eerste
temperatuurmeting op het weerstation uitgevoerd.
Was het weerstation van tevoren aanzienlijk kou-
der of warmer opgeslagen, dan kan het eventueel
meerdere uren duren tot de correcte temperatuur
wordt aangegeven. Wanneer het weerstation bij de
eerste keer inschakelen van de bedrijfsspanning
al de omgevingstemperatuur heeft aangenomen,
wordt meteen de daadwerkelijke gemeten tempera-
tuurwaarde aangegeven.
warema_890612_alhb_nl_v15•2022-11-01