5. Werkmethoden
5. WERKMETHODEN
WAARSCHUWING!
De sloophamer uitsluitend voor bedoeld gebruik inzetten.
Ø
Verken het werkterrein voorafgaand aan gebruik van de
Ø
sloophamer.
Denk aan uw veiligheid en die van anderen.
Ø
5.1 Correcte werkmethoden
1)
Maak de graafmachine gebruiksklaar voor normale
graafwerkzaamheden. We adviseren de voorruit, deur
en afscherming van de cabine gesloten te houden ter
bescherming van de machinist.
Breng de machine naar de gewenste locatie.
-
Activeer de parkeerrem, indien aanwezig.
-
Zet de transmissie in vrij.
-
Ontgrendel de armvergrendeling.
-
Draag vanaf dit moment gehoorbescherming ter
-
voorkoming van gehoorschade.
2)
Stel de juiste druk en het juiste debiet in.
3)
Plaats de beitel haaks op het object.
Vermijd kleine onregelmatigheden in het oppervlak
-
van het werkobject om loze slagen of een verkeerde
werkhoek te voorkomen.
4)
Gebruik de giek/arm van de machine om de sloophamer
stevig tegen het werkobject te drukken. Zorg ervoor dat de
beitel haaks op het werkobject blijft.
Schakel de sloophamer pas in zodra er voldoende kracht
-
op de beitel uitgeoefend wordt.
5)
Start de sloophamer.
Stop de sloophamer onmiddellijk zodra iemand het
-
werkterrein betreedt. Tijdens sloopwerkzaamheden is
de veiligheidszone vanwege eventueel rondvliegend
puin groter dan anders. Zorg voor een afdoende
veiligheidszone tijdens sloopwerkzaamheden.
6)
Houd de sloophamer voortdurend in beweging.
Als de beitel in het werkobject dringt, dient u de
-
sloophamer te laten meebewegen. Als u de beitel niet
laat meebewegen, veroorzaakt dit loze slagen en slijtage.
Voortdurend meebewegen van de arm met de juiste
-
kracht vergroot de doelmatigheid van de
sloophamer
7)
Zorg ervoor dat de beitel zo veel mogelijk haaks ten opzichte
van het werkobject staat.
Zodra het werkobject beweegt of breekt, dient de
-
sloophamer direct verplaatst te worden. Als u de
sloophamer niet verplaatst, veroorzaakt dit loze slagen
en verhoogde slijtage.
8)
De sloophamer mag niet langer dan 15 seconden achtereen
ingeschakeld zijn.
5.1.1 Aanvullende informatie voor meer
rendement
De sloophamer mag niet langer dan 15 seconden achtereen
ingeschakeld zijn. Als het niet lukt een bepaald stuk van het
werkobject af te breken, probeer dan kleinere secties af te breken
of verander de hoek.
Dehaco B.V. • Kruisbaak 25 • 2165 AJ Lisserbroek (NL) • T +31 (0)88 - 20 20 600 • E info@dehaco.nl • www.dehaco.nl
16
De sloophamer en de beitel nooit gebruiken om
opengebroken delen verder open te wrikken. Dit vergroot
de kans op breken van de beitel en veroorzaakt overmatige
slijtage aan de bussen.
Hoewel wrikken met de sloophamer ten strengste wordt
afgeraden, kan voorzichtig heen en weer bewegen van de
sloophamer tijdens bedrijf de productiviteit vergroten. Door
deze beweging komen onder de beitel opgehoopte lucht
en stof vrij. Opgehoopt stof kan de slagkracht van de beitel
beperken. Deze beweging moet wel tot het uiterste minimum
beperkt blijven. Een te grote zijwaartse uitslag kan grote
krachten op de sloophamer en beitel veroorzaken. Slechts
enkele graden rotatie (5°) is voldoende om opgehoopt stof te
laten vrijkomen.
Tijdens het werk kan de beitel in het materiaal vastraken
zonder dat het breekt. Hierdoor kan de beitel zeer hoge
piektemperaturen bereiken.Dit heeft een nadelig effect op de
hardheid van de beitel.
Plaats de beitel haaks op
het object
∟
90Î
90Î
Voortdurend
met de sloophamer
meebewegen