Funkmanagement
Radiografische sensorafdekking 180°
o
Een beweging in de registratiezone van de bewegingssensor maken, zodat deze een leer-
telegram verzendt.
De rode LED van de bewegingssensor knippert ca. 4 keer.
De radiografische ontvanger bevestigt de inleerprocedure (zie handleiding radiografische
ontvanger).
o
Programmeermodus van de radiografische ontvanger verlaten (zie handleiding radiografi-
sche ontvanger).
Gevoeligheid en gewenste helderheidswaarde instellen
o
Afdekkap (3) voorzichtig van onderen met een schroevendraaier optillen.
o
Met de gevoeligheidsregelaar Sens. (6) de gevoeligheid van de sensor tussen maximaal
en minimaal instellen (afbeelding 9).
o
Met de regelaar voor de gewenste helderheidswaarde (7) de gewenste helderheidswaarde
instellen.
Symbool maan: ca. 0 Lux,
kort voor de eindaanslag symbool zon: ca. 80 Lux,
eindaanslag symbool zon: onafhankelijk van de helderheid schakelen resp. dagmodus.
De verandering van de instelling wordt pas overgenomen, wanneer 2 minuten lang geen
beweging wordt geregistreerd.
i In combinatie met een radiografisch vermogensdeel de gewenste helderheidswaarde bij
radiografische bewegingssensor instellen op ca. 80 Lux. Deze waarde bevindt zich kort
voor de eindaanslag richting symbool zon. De gewenste helderheidsdrempel kan dan di-
rect op het radiografische vermogensdeel worden ingesteld.
i De nalooptijd wordt door de radiografische actoren bepaald. Bij het sensorvermogensdeel
is de nalooptijd instelbaar tussen 10 seconden en 15 minuten. Bij schakel- en dimactoren
is de nalooptijd ca. 1 minuut.
32552823
J:0082552823
Afbeelding 9: Insteller onder afdekkap
7/9
12.08.2010