Bediening
Batterijen plaatsen
• Plaats voor het eerste gebruik de meegeleverde batterijen.
Voorzichtig
Zorg dat het oppervlak van het apparaat droog is en
het apparaat is uitgeschakeld.
1. Draai de schroef los en open het batterijvakdeksel.
2. Verwijder, voor zover aanwezig, de oude batterijen en
recycle deze volgens de nationale voorschriften.
3. Plaats de nieuwe batterijen met polen op de goede plaats in
het batterijvak.
4. Sluit het batterijvakdeksel en draai de schroef weer vast.
Opmerking:
Houd er rekening mee dat bij het wisselen van de
gebruikslocatie van een koude naar een warme omgeving
condensvorming op de printplaat van het apparaat kan
ontstaan. Dit natuurkundig effect, dat niet te voorkomen is,
vervalst de meting. Het display toont in dit geval geen of
verkeerde meetwaarden. Wacht enkele minuten, tot het
apparaat zich heeft ingesteld op de gewijzigde omstandigheden,
voordat u een meting uitvoert.
5
Meting met meetsnoeren
Voorbeeld batterijmeting
Bedieningshandleiding – stroomtang BE 38
NL