6.1 Bediening
Steek de stekker in de wandcontactdoos.
De indicatoren op het bedieningspaneel branden en geven de tijd weer (Figuur 5). De convector is
klaar voor gebruik.
6.2.1 Het apparaat in- / uitschakelen
Druk op de knop AAN / UIT / MENU om de convector in te schakelen. De laatst gebruikte modus
wordt weergegeven.
Houd de AAN / UIT / MENU-knop ingedrukt om de convector uit te schakelen. De tijd wordt
weergegeven.
6.2.2 Keuze van de werkingsmodus van de convector en instelling van de modusparameters.
Pictogram
Modus
U bent thuis: de convector werkt om de ingestelde comforttemperatuur
te handhaven. De standaardtemperatuur is 21°C. U kunty deze instellen
Comfort
Als u niet thuis bent gedurende (2 tot 48 uur), werkt de convector op een
lager niveau om energie te besparen. De standaardtemperatuur is 17 ° C,
Economy
u kunt deze instellen van 7°C tot 1 graad onder de ingestelde
Als u langer dan 48 uur niet thuis bent, wordt de temperatuur
automatisch ingesteld op ongeveer 7 ° C en kan deze niet worden
Vorstvrij
Als u een vooraf geprogrammeerde bewerking wilt, kunt u een van de vijf
klokprogramma
w w w . m a s t e r w a t t . n l
w w w . m a s t e r w a t t . n l
Toepassing
tussen +1 en 28°C.
comforttemperatuur.
gewijzigd.
voor ingestelde programma's kiezen.
Figuur 5