9.1 Prestatie controleren
Controleer of alle onderdelen goed werken:
1. Controleer of de bedrijfscyclus van de boiler
goed werkt.
2. Controleer of de kleur van de vlam blauw is.
3. Controleer, indien van toepassing, of het T&P-
ventiel goed werkt.
Open het T&P-drukreduceerventiel en
controleer of er water uit spuit.
w
Waarschuwing
Uit het T&P-ventiel kan warm water
spuiten.
4. Controleer of de drukreduceeraansluiting van
de inlaatcombinatie goed werkt.
Open het drukreduceerventiel en controleer
of er water uit spuit.
5. Controleer of de druk van de gastoevoer
correct is:
a) Verwijder de afdichtschroef van de
testnippel on de gastoevoeraansluiting.
b) Sluit een manometer aan op de testnippel
zodra u gas ruikt.
c) Lees met de manometer de gasvoordruk
af en vergelijk die met de waarde in de
bijlage Gasinformatie (zie 11.4).
d) Ontkoppel de manometer.
e) Draai de afdichtschroef weer vast op de
testnippel.
6. Controleer of de branderdruk correct is (zie
8.7.2).
9.2 Waterzijdig onderhoud
Waterzijdige onderhoudswerkzaamheden:
•
Inspecteer de anode (zie 9.2.1)
•
De inlaatcombinatie inspecteren (zie 9.2.2)
•
De tank ontkalken (zie 9.2.3)
9.2.1 Inspecteer de anode
De levensduur van de anode is afhankelijk van
de kwaliteit en hoeveelheid water die door de
boiler stroomt. Inspecteer de anode ten minste
eenmaal per jaar om ervoor te zorgen dat de
tank is beschermd tegen corrosie.
De anode inspecteren:
1. Sluit het reduceerventiel in de
koudwatertoevoer.
2. Open het dichtstbijzijnde tappunt in de
warmwaterleiding om de waterdruk in de
boiler te verlagen.
20
3. Gebruik een steeksleutel om de anode los te
draaien.
4. Verwijder de anode uit de boiler.
5. Inspecteer het volume van de anode. Als de
anode voor 60 % of meer is opgebruikt,
vervangt u de anode.
n
Opmerking
Gebruik in dat geval altijd een anode van
hetzelfde type. Raadpleeg het typeplaatje
voor het type en serienummer van de
anode.
6. Plaats de anode in de boiler.
7. Gebruik een steeksleutel om de anode vast te
draaien. Zorg dat de aansluiting waterdicht
is.
n
Opmerking
Installeer een anode nooit geïsoleerd van de
metalen tank.
Afb. De anode inspecteren
9.2.2 De inlaatcombinatie
inspecteren
De inlaatcombinatie inspecteren:
1. Controleer of de koudwatertoevoer is
geopend. Zo niet, open deze dan.
2. Open het drukreduceerventiel van de
inlaatcombinatie zodat het water er met een
stevige waterstraal uit stroomt.
3. Sluit het reduceerventiel.
4. Controleer of het water wordt afgevoerd door
de afvoertrechter. Als dat niet het geval is,
verwijdert u de blokkering.
5. Controleer nogmaals de waterstroom door
het reduceerventiel te openen.
Gedeelte over de installatie en het onderhoud