Controleer tijdens het gebruik regelmatig de status van de
-controlelamp (zie Fig. 5.1A). Een brandende
ALARM
lamp geeft aan dat het drukverlies de drempelwaarde
overschrijdt. Dit kan twee oorzaken hebben:
Geen filterreiniging omdat er geen perslucht
beschikbaar is
•
Ga verder met paragraaf 5.3.1.
Filterpatroon verstopt
•
Ga verder met paragraaf 6.3.
Om de
-lamp tijdelijk te onderdrukken: druk
ALARM
2x op de
AAN/UIT
begint na 10 minuten opnieuw te knipperen, tenzij u
het probleem heeft opgelost.
WAARSCHUWING
Wanneer u geen actie onderneemt om het probleem
op te lossen, zal de afzuigcapaciteit verder afnemen.
5.3
Filterreinigingssysteem
Een reinigingscyclus duurt ca. 60 seconden en bestaat uit 6
persluchtstoten.
Aanbevolen manier
Houd de perslucht tijdens het gebruik aangesloten. In deze
situatie activeert een drukschakelaar het filterreinigings-
systeem zodra het drukverlies de drempelwaarde bereikt. Dit
garandeert een optimale prestatie en voorkomt dat de unit in
gaat.
ALARM
Alternatief
Wanneer het niet mogelijk is om de perslucht tijdens het
gebruik steeds aangesloten te houden, moet u het
filterreinigingssysteem handmatig activeren.
Twee mogelijke procedures:
1. Activeer regelmatig de functie
voordat
de unit in
8
ALARM
van het filterpatroon en optimaliseert de prestatie van de
unit.
2. Activeer de functie
HANDMATIGE REINIGING
gaat.
ALARM
9
5.3.1
Handmatige filterreiniging
Ga als volgt te werk om het filterreinigingssysteem handmatig
te activeren.
•
Sluit de unit aan op de externe persluchtvoorziening.
•
Controleer of de ventilator draait: de groene LED (zie Fig.
5.1C) moet branden.
•
Houd de knop HANDMATIGE REINIGING 5 seconden
ingedrukt (zie Fig. 5.1B) om het reinigingssysteem te
activeren.
•
De AAN/UIT-knop (zie Fig. 5.1C) 2x indrukken (uit en weer
aan) om de ALARM-lamp te resetten.
6
ONDERHOUD
6.1
Periodiek onderhoud
Het product is ontworpen om gedurende lange tijd
probleemloos te functioneren met een minimum aan
onderhoud. Om dit te garanderen zijn echter enkele
eenvoudige, regelmatig uit te voeren onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden noodzakelijk die in dit hoofdstuk
worden beschreven. Indien u met de nodige voorzichtigheid te
8.
De optimale frequentie om het reinigingssysteem handmatig te activeren, is
afhankelijk van de intensiteit van het gebruik en is een kwestie van ervaring.
9.
Tijdens de ALARM-fase blijft de ventilator draaien.
0000104750/031221/F MobilePro | MobilePro-W3
ALARM
-knop (uit en aan). De
ALARM
HANDMATIGE REINIGING
gaat. Dit verlengt de levensduur
zodra de unit in
werk gaat en regelmatig onderhoud uitvoert, zullen eventuele
-
problemen veelal ontdekt en gecorrigeerd kunnen worden
voordat ze tot stilstand leiden.
WAARSCHUWING
Achterstallig onderhoud kan leiden tot brand.
De aangegeven onderhoudsintervallen kunnen variëren
afhankelijk van de specifieke arbeids- en
bedrijfsomstandigheden. Daarom wordt aanbevolen - naast
het hier aangegeven periodieke onderhoud - het product
jaarlijks aan een grondige, algehele inspectie te onderwerpen.
-lamp
Neem hiertoe contact op met uw leverancier.
Onderdeel
Stofopvang-
bak
Behuizing
Filterpatroon
Afzuig-
ventilator
Drukregel-
ventiel
Netsnoer
*) Tijdens het gebruik moet u het niveau van de inhoud van de
stofopvangbak regelmatig controleren. De frequentie voor het legen
van de stofopvangbak is afhankelijk van de intensiteit van het gebruik
en is een kwestie van ervaring.
Controleer de hoeveelheid vervuiling in de stofopvangbak in het
beginstadium twee keer per maand.
**) Voorafgaand aan elk gebruik
6.2
Stofopvangbak legen
De stofopvangbak bevindt zich in de houder onderaan de unit.
De houder is vergrendeld door middel van een spansluiting
(zie Fig. 6.1A).
Actie
Frequentie: elke X
maanden
X=
1-3
Legen; zie paragraaf
X *)
6.2.
Reinig de buitenkant
met een niet-
agressief
schoonmaakmiddel.
Reinig de binnenkant
met behulp van een
industriële stofzuiger
en verwijder het stof
uit het
filtercompartiment.
Controleer het
afdichtingsmateriaal.
Indien nodig
vervangen.
Controleer op
beschadigingen,
vervuiling en
verzadiging. Indien
nodig vervangen.
Controleer op
aangekoekt vuil.
Indien nodig reinigen.
Controleer of de
drukinstelling correct
is (5 bar).
Controleer op
X **)
beschadigingen
Indien nodig
repareren of
vervangen.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
(PBM)
Draag adembescherming en beschermende
handschoenen bij het legen van de
stofopvangbak.
X=3
X=6
X=12
X
X
X
X
X
X
8