Gebruik en bediening
Sleuvenzaag inschakelen en zagen
Afb. 6
• Houd de sleuvenzaag altijd met beide handen aan de handgrepen (2 en 6) vast.
• Plaats de voorste geleiderol (1) op de muur - de diamantschijven mogen de muur
niet raken.
• Schakel de sleuvenzaag in met schakelaar (5) en wacht tot het bedrijfstoerental is
bereikt - groene LED (3) gaat branden.
• Duw de diamantschijven gelijkmatig in de muur - de groene LED (3) mag niet
uitgaan.
• Zodra de achterste geleiderol (7) op de muur rust, kunt u de sleuvenzaag in de
geplande richting schuiven.
Zie voor de werkrichting van de sleuvenzaag afb. 6.
• Pas op!
Diamantschijven kunnen door oververhitting stomp worden of stuk gaan. Een
oververhitte (blauw aangelopen) diamantschijf kan in de regel niet meer scherp
geslepen worden.
► De voorwaartse beweging is slechts zo groot als de mate waarin de
diamantschijven het materiaal wegslijpen. Oefen daarom geen te grote druk uit op
de diamantschijven en voorkom dat u de sleuvenzaag kantelt.
Als de voorwaartse beweging te snel is, dan gaat de rode LED (4) branden.
Verminder dan direct de snelheid waarmee u de sleuvenzaag vooruit duwt zodat de
groene LED (3) weer gaat branden (afb. 6).
Als u dit waarschuwingssignaal negeert, d.w.z. als u de druk naar voren niet
vermindert, dan schakelt de elektronica bij overbelasting uit.
• Gevaar!
Gevaar van lichamelijk letsel door een ongecontroleerd terugslaan van de
sleuvenzaag, veroorzaakt door een kantelen van de sleuvenzaag in de geslepen
sleuf.
► Wacht altijd tot de diamantschijf helemaal stilstaat en haal dan pas de
sleuvenzaag uit de gefreesde sleuf.
Met het frezen kan dan zoals hierboven wordt beschreven (sleuvenzaag inschakelen
en frezen) worden begonnen en het kan ook zo worden voortgezet.
• Opletten!
Als de slijpprestatie van de diamantschijf niet voldoende is, dan schakelt de
sleuvenzaag eveneens uit. Controleer in dit geval of u de juiste diamantschijf voor de
desbetreffende toepassing heeft gekozen.
12
Werkrichting
SG150
(afb. 6)