Funkmanagement
4. Antenne
Om een maximaal zendvermogen te verkrijgen, dient u de antenne
volle lengte uit te trekken en zo ver mogelijk van de draadloze zender
verwijderd te positioneren. De antenne dient op zo groot mogelijke
afstand van grote metaaloppervlakken, b.v. metalen deurkozijnen, te
worden gepositioneerd.
De antenne niet isoleren, inkorten of verlengen.
5. Instelling
De draadloze zender zendt afhankelijk van de bedrading en de instelling
een radio-telegram, b.v.: kanaal 1 = aan".
De gewenste functie met de draaischakelaar F instellen.
De aansluitkabels zijn in de afbeeldingen als volgt afgebeeld:
blauwe aansluitkabel
N :
zwarte aansluitkabel
E1 :
bruine aansluitkabel
E2 :
De vertragingstijd tussen het inschakelen van de netspanning (b.v.:
aange-sloten toetsschakelaar indrukken) en het schakelen van de
belasting op de draadloze ontvanger (b.v.: verlichting ingeschakeld)
bedraagt ca. 0,3 sec.
Attentie!
De draadloze zender moet minimaal 2 sec. bediend worden (b.v.:
toetsschakelaar gedurende ca. 2 sec. indrukken (sluiten) !
Bij kortere bedieningstijden kan een functiestoring optreden.
In dat geval de draadloze zender ca. 10 min. Vrijschakelen (b.v.:
aangesloten toetsschakelaar ca. 10 Min. niet bedienen).
Universele draadloze zender
Art.nr.: 20 FP
BU
BK
BN
in
3