Samenvatting van Inhoud voor Lightronics Comfort Light
Pagina 1
Comfort Light en Nood/continu Installatie instructie WPV met Comfort Light en Nood/continue 1. AANSLUITINGEN In een armatuur met decentrale nood/continu verlichting dient normaal gesproken de continu-lamp apart geschakeld te worden. De fasedraad (die onder continu-spanning staat) dient daarbij op L1 te worden aangesloten, terwijl de schakeldraad op L2 moet worden aangesloten.
Pagina 2
2. INSTELLEN VAN DE RADAR/SCHEMERSCHAKELAAR-MODULE (optie 1 en 2) De radarsensor heeft verschillende instelmogelijkheden voor: detectiegevoeligheid van de bewegingsmelder, wachttijden en aan- of uitschakelen van de schemerschakelaar. Het instellen gebeurt met 10 kleine schakelaartjes S1 t/m S10 (zogenaamde dip-switches) op de module. Bij detectie van een beweging en bij een laag daglichtniveau (<...
2.2 DETECTIEGEVOELIGHEID 2.3 WACHTTIJD Instellen van de hold time Instellen van de detectiegevoeligheid (wachttijd)(fabrieksinstelling: 1 min) (fabrieksinstelling: 50%) Hiermee wordt de wachttijd ingesteld waarmee het Hiermee wordt de afstand tot waar de bewegingsmelder armatuur van 100% naar 80% naar 50% naar 20/30% reageert, ingesteld wordt terug gedimd.
2.4 DAYLIGHT LUX SENSOR Instellen van de daylight (lux) sensor (fabrieksinstelling: Disable) Hiermee wordt ingesteld of de schemerschakelaar wel (50 lux) of niet (Disable) wordt gebruikt. Om de schemerschakelaar te activeren, moet FABRIEKSINSTELLINGEN deze op ‘50 lux’ gezet worden 2.5 BASEMENT SETTING Instellen van de basement setting (fabrieksinstelling: Disable)* Hiermee wordt ingesteld of het armatuur...
2.6 COMBINATIE SWITCH 6 EN 9 | VOORBEELDEN Let op! Indien de lux sensor(switch 6) als “Disable” staat ingesteld, dimt de verlichting niet verder terug dan 20/30%, ook als er voldoende daglicht en geen beweging is; bij instelling “50 lux” dimt de verlichting bij voldoende daglicht wel helemaal terug tot 0% (uit).
Pagina 6
3. ARMATUREN MET NOODVERLICHTING (OPTIE 2) Armaturen met een ingebouwde noodverlichting bevatten een nood module en een accupack. Het noodverlichtingssysteem wordt automatisch getest volgens normen BS5266-1:2005 en IEC62034, waarbij met een twee-kleuren indicatie led (groen/rood) de status van de noodverlichting wordt weergegeven, volgens onderstaand overzicht: Groen - indicatie van een goed werkend systeem:...
3.2 RESET MOGELIJKHEID Indien een oorzaak van een fout is weggenomen, dan dient de opgeslagen foutmelding gereset te worden, door de netspanning tweemaal binnen een tijdsbestek van 5 seconden te onderbreken (UIT/AAN/UIT/AAN). Dit kan extern van het armatuur (hoofdschakelaar). Hierna wordt automatisch een functionele test uitgevoerd voor het verifiëren van een correcte systeem werking.
5. GARANTIEBEPALINGEN BELANGRIJK !: Alle Lightronics WPV armaturen met noodverlichting moeten na installatie 50 uur onafgebroken worden opgeladen. Dit om de Nikkelmetaalhydride (NiMH) accupack de kans te geven 100% vol te geraken. Gedurende de verdere levensduur moet onnodig activeren van de noodverlichting vermeden worden. Bij afwijking van deze richtlijnen kan Lightronics een juiste werking van het noodsysteem niet garanderen.