Installatiehandleiding | PROFIBUS-kaart
5 PROFIBUS diagnostisch telegram en diagnostische vlag
5.1 Structuur diagnostisch telegram
De PROFIBUS-kaart ondersteunt externe diagnostiek. Het volgende telegram wordt naar de Master verzonden als de softstarter wordt
uitgeschakeld (trip) of als er op de softstarter een parameter wordt gewijzigd.
Byte
Detail
0
Diagnostische lengte gebruiker (altijd ingesteld = 3)
1
Uitschakelingscode
2
Gewijzigd parameternummer
5.1.1 Uitschakelingscode PROFIBUS
Wanneer de softstarter wordt uitgeschakeld (trip), wordt er in de Master een diagnostische vlag ingesteld en wordt de
uitschakelingscode gerapporteerd in byte 1. Wanneer de softstarter wordt gereset, worden de diagnostische vlag en de
uitschakelingscode gereset = 0, tenzij de uitschakelingsconditie nog steeds aanwezig is (zie
5.1.2 Gewijzigd parameternummer
Als een parameternummer via het LCP wordt gewijzigd, wordt het betreffende parameternummer gerapporteerd in byte 2. Wanneer
de Master de gewijzigde parameter leest of schrijft, wordt byte 2 gereset = 0.
Wijziging van een parameternummer activeert geen diagnostische vlag.
16 | Danfoss A/S © 2018.09
PROFIBUS diagnostisch telegram en
diagnostische vlag
4.5
Uitschakelingscodes).
AQ277154583779nl-000101 / 175R1181