Deuralarm
Uw systeem is in het programmeervoorbeeld (81#) zo ingesteld dat na het
openen van de verbinding "DOOR SENS" (6) en "GND" een alarm geactive-
rd wordt. Open (b.v. de deur openen) nu de verbinding zonder de gebrui-
kerscode 1 in te voeren en niet op de deuropener in de binnenruimte te
drukken.
Uw basisgedeelte moet nu 60 seconden lang een alarm melden.
Deze alarm kan door invoer van de gebruikerscode 1 en de #-toets beëindigd
worden.
De deur blijft te lang open
In het programmeervoorbeeld is uw systeem zo geconfigureerd dat een
alarm geactiveerd wordt als de deur langer dan 60 seconden geopend blijft.
Deze instelling is bedoeld als herinnering dat de voordeur nog open staat.
Voer nu de gebruikerscode 1 in en open de deur.
In dit geval wordt geen alarm geactiveerd.
Blijft de deur langer dan 60 seconden openstaan, wordt een alarm geacti-
veerd. Voor het uitzetten van het alarm moet u gewoon de deur weer sluiten.
Veranderen van de ingestelde programmering
In dit hoofdstuk wordt kort beschreven hoe uw de ingestelde programme-
ringen (programmeervoorbeeld) kunt veranderen.
De precieze beschrijving vindt u onder het hfst. "programmeerverklaring".
Programmeermode
Relais 1 met AAN-UIT-functie via de gebruikerscode 1
Na 10 keer foutieve code-invoer schakelt de klem
"DURESS" op massa
Ingangsmelodie na het openen van klem "DOOR SENS"
en massa
Deurvertragingsalarm is uitgeschakeld
22
Programmerende
Relais 1 schakelt om
Onderhoud en verwijdering
Controleer regelmatig de technische veiligheid van uw codeslot met
ingangsbesturing DK-9880 en de aangesloten stroombron, b.v. op beschadi-
ging van de aansluitkabel en de behuizing.
Als er aangenomen kan worden dat gebruik zonder gevaar niet meer moge-
lijk is, dient u het codeslot resp. de stroomvoeding buiten gebruik te stellen
en te beschermen tegen het per ongeluk in werking stellen door derden. Trek
altijd de netstekker uit het stopcontact!
U kunt aannemen dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is, als:
-
het codeslot of de aansluitkabels zichtbaar beschadigd zijn
-
het codeslot of de aangesloten netvoedingen niet meer werken
-
na langdurige opslag onder ongunstige omstandigheden
-
zware transportomstandigheden niet uit te sluiten zijn.
Als het apparaat niet goed functioneert, kunnen netvoedingen spanningen
van >50 VDC afgeven, welke gevaarlijk kunnen zijn, ook wanneer de aange-
geven uitgangsspanningen van de apparaten lager liggen.
Voordat u het codeslot of een aangesloten netvoeding schoonma-
kt of controleert moet u beslist navolgende veiligheidsbepalingen in
acht nemen:
Bij het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen
kunnen spanningvoerende delen blootgelegd worden. Voor een
onderhoud of reparatie moet het apparaat van alle spannings-
bronnen losgekoppeld worden
Condensatoren in het apparaat kunnen nog geladen zijn, zelfs als ze van alle
spanningsbronnen losgekoppeld zijn.
Vervang nooit zelf beschadigde snoeren. Koppel in een dergelijk geval deze
23