Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

BEELD menu

Submenu
Beeldmodus
De volgende functies zijn uitsluitend beschikbaar als Beeldmodus is ingesteld op User 1 (Gebruiker 1) of
User 2 (Gebruiker 2).
Gebruikersmo
dusinstelling
Helderheid
Contrast
22
Menufuncties
Selecteert een vooraf ingestelde beeldus die past bij de gebruiksomgeving en
beeldtype van het ingangssignaal.
De vooraf ingestelde beeldmodi worden hieronder beschreven:
Natural (Natuurlijk): met een uitgebalanceerde kleurverzadiging en
contrast bij een lage helderheid, is dit met name geschikt voor
videobeelden.
Cinema (Bioscoop): met goed gebalanceerde kleurverzadiging en
contrast bij lage helderheid, is dit met name geschikt voor het genieten
van films in een volledig donkere omgeving (zoals in een bioscoop).
Dynamic (Dynamisch): maximaliseert de helderheid van het
geprojecteerde beeld. Deze modus is geschikt voor omgevingen waar
buitengewoon hoge helderheid nodig is, zoals in goedverlichte ruimtes.
User 1 (Gebruiker 1)/User 2 (Gebruiker 2): roept aangepaste
instellingen op. Nadat User 1 (Gebruiker 1)/User 2 (Gebruiker 2) is
geselecteerd, kunnen bepaalde submenu's van het menu WEERGAVE
worden aangepast. Dit is afhankelijk van het geselecteerde
ingangssignaal.
Als HDR10- of HLG-beelden (Hybrid Log-Gamma) worden ingevoerd op de
projector, schakelt deze automatisch over naar de correcte beeldmodus.
Instellingen laden: selecteert een beeldmodus die het beste past bij de
beeldkwaliteit die u nodig hebt en is een startpunt. U kunt het beeld
verder afstellen op basis van de onderstaande selecties.
Gebr.mod.naam wz: selecteren om de naam van aangepaste beeldmodi
te veranderen (User 1 (Gebruiker 1) of User 2 (Gebruiker 2)). De
nieuwe naam kan maximaal negen tekens bevatten, waaronder letters
(A-Z, a-z), cijfers (0-9) en spatie (_).
Hiermee past u de helderheid van het beeld aan. Pas deze optie zodanig aan,
dat de zwarte gedeelten van het beeld daadwerkelijk zwart zijn en dat er nog
details zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
30
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld in. Na het
aanpassen van de waarde van Helderheid, past u Contrast aan om de
piekwaarde van het witniveau in te stellen.
30
Functies en beschrijvingen
Hoe hoger de waarde, hoe helderder
het beeld. Hoe lager de waarde, hoe
donkerder het beeld.
50
70
Hoe hoger de waarde, hoe groter het
contrast.
70
50

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave