4.3
Het omhoog brengen van onderdelen
Het omhoog brengen van onderdelen voor hogere gedeeltes dient te geschieden door
de onderdelen van platform naar platform door te geven.
Hijswerktuigen mogen niet aan de trappentoren worden vastgemaakt.
4.4
Uitzetpoten en uitzetbogen
De volgens de tabel voorgeschreven uitzetpoten/uitzetbogen moeten altijd worden
aangebracht, zodra de onderste slag van de trappentoren opgebouwd is.
De te gebruiken basisvorm d.w.z. de te gebruiken boog (klein of groot), kan worden
afgelezen in de samenstellingstabellen.
De hieronder getekende basisvormen dienen strikt te worden aangehouden!
Indien wordt afgeweken van de voorgeschreven vorm dienen eventueel ballastgewichten
te worden geplaatst; neem hiertoe contact op met de fabrikant/leverancier. Kleine bogen
mogen worden vervangen door kleine poten en grote bogen door grote poten, mits bij
de toepassing van poten dezelfde basisvorm wordt aangehouden als bij de bogen. Dit
betekent dat de uitzetpoten in bovenaanzicht gezien in dezelfde stand moeten worden
gemonteerd als de uitzetbogen.
Basisvormen
A: Kleine boog, lengte 1300 mm
1: Schoor, lengte 2500 mm, art. nr. 9501.200.030
"Opbouw- en gebruikshandleiding", Toegangstoren HD
B: Grote boog, lengte 2000 mm
6