AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
WATERTOEVOER
•
Watertoevoer: uitsluitend koud water.
•
Waterkraan: schroefdraadaansluiting voor
slang van 3/4".
•
Waterdruk (wateraansluiting):
2
10-100 N/cm
(1-10 bar).
WATERTOEVOERSLANG
Opmerking: wanneer de watertoevoerslang
reeds aan de achterzijde van de machine is
gemonteerd, kunt u punt 1 en 4 overslaan.
1. Haal de watertoevoerslang uit de trommel.
2. Plaats het bijgeleverde filter in de
schroefdraad tussen het rechte uiteinde van
de toevoerslang en de waterkraan.
3. Schroef de watertoevoerslang met het rechte
uiteinde met de hand voorzichtig aan de
waterkraan vast.
4. Schroef het gebogen uiteinde van de
toevoerslang voorzichtig vast aan de
machine. Let erop dat de slang niet geknikt is.
5. Controleer of de aansluitingen naar de
wasmachine en de kraan niet lekken, door de
waterkaan volledig open te draaien.
•
Wanneer de slang niet lang genoeg is, de
buigzame slang vervangen door een
drukslang (min. 10 bar, conform de norm EN
500 65) van de juiste lengte.
•
Controleer de watertoevoerslang geregeld
op barsten of scheuren en vervang hem
indien nodig.
•
De wasmachine kan zonder terugslagklep
worden aangesloten.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften van
•
het Waterleidingbedrijf.
63