10. V E R S C H I J N S E L E N D I E G E E N
S T O R I N G E N Z I J N V A N D E
AIRCONDITIONER
D e v o l g e n d e v e r s c h i j n s e l e n z i j n g e e n s t o r i n g e n v a n d e
airconditioner
Het toestel werkt niet.
Nadat u op de AAN/UIT-knop heeft gedrukt, gaat het systeem
●
niet direct aan.
Als de bedrijfsindicator is opgelicht, betekent dit dat de
●
airconditioner in de normale staat werkt.
D e a i r c o n d i t i o n e r g a a n n i e t d i r e c t a a n o m d a t h e t
●
beveiligingsapparaat actief in om overbelasting te voorkomen.
Over drie minuten zal de compressor van de airconditioner
●
automatisch starten.
Als de bedrijfsindicator en indicator van antivries/voorverwarmen
●
zijn oplicht, betekent dit dan u de verwarmingsmodus heeft
gekozen. Aan het begin, na het opstarten, als de compressor
niet aangaat. is de temperatuur van het binnentoestel te laag.
Zie de paragraaf "Koeling-/verwarming-/luchttoevoerprocedure".
Er komt witte rook uit het binnentoestel
Dit verschijnsel kan voorkomen wanneer de relatieve vochtigheid
●
binnen te hoog is en het toestel in de koelingsmodus staat (in
een ruimte met veel oliedamp of stof).
Als er zich veel vuil in het toestel bevindt, wordt de temperatuur
●
in de ruimte onevenredig verdeeld. In dit geval moet het
binnentoestel worden gereinigd.
Neem contact op met de plaatselijke leverancier of de
●
naverkoopdiensten van de fabrikant voor methodes om het
binnentoestel te reinigen. Dit moet worden gedaan door
professionele onderhoudstechnici.
Dit verschijnsel kan zich ook voordoen wanneer de airconditioner
●
overgaat van de antivries- naar de warmtestand.
Dit komt omdat het vocht dat gegenereerd is door het ontdooien
●
wordt uitgestoten als stoom.
De airconditioner maakt geluid
Wanneer de airconditioner in de koelings-, drogen- of
●
verwarmingsmodus werkt, kunt u diep, continu gesis horen.
Di t i s h e t g e lu id van de ko el m i dde ls tr oo m t us s e n he t
●
binnentoestel en het buitentoestel.
Het gesis kan worden gehoord nadat het toestel is uitgezet of
●
wanneer het toestel in de antivriesmodus staat. Dan wordt het
geluid veroorzaakt doordat het koelmiddel stopt met stromen of
wanneer het volume van het koelmiddel verandert.
U kunt een piep horen wanneer de airconditioner opstart
●
of afslaat. Dit geluid wordt veroorzaakt doordat de plastic
onderdelen uitzetten of krimpen bij temperatuursveranderingen.
Er komt stof uit het binnentoestel.
Wanneer de airconditioner na lange tijd weer wordt opgestart,
wordt het stof in het binnentoestel uitgeblazen.
Er komt een geur uit het binnentoestel.
Het binnentoestel absorbeert de geur van de ruimte, de
meubelen of sigarettenrook, en stoot dit weer uit als hij aanstaat.
Verandering van koelingsmodus naar luchttoevoermodus
Om bevriezing van de warmtewisselaar van het binnentoestel
●
te voorkomen, verandert de airconditioner automatisch naar de
luchttoevoermodus en zal binnen korte tijd weer overgaan op de
koelingsmodus.
Wanneer de kamertemperatuur is verlaagd tot de ingestelde
●
temperatuur, zal de airconditioner de compressor automatisch
uitzetten en overgaan op de luchttoevoermodus. Als de
kamertemperatuur weer stijgt, zal de compressor opnieuw
opstarten. De actie van de compressor in de verwarmingsmodus
is andersom.
11. STORINGEN VAN DE AIRCONDITIONER
EN OORZAKEN
Als een van de volgende incidenten plaatsvindt, stop de werking
van de airconditioner dan onmiddellijk. Zet de stroomschakelaar
uit en neem contact op met de plaatselijke leverancier of
naverkoopdiensten van de fabrikant:
De bedrijfsindicator knippert snel (2x per seconde).
●
Nadat u de stroomschakelaar heeft uitgezet en weer aangezet,
●
knippert de bedrijfsindicator nog steeds snel.
De ontvangstfunctie van de afstandsbediening werkt niet, of het
●
opstarten/uitzetten is abnormaal.
Z e k e r i n g e n s l a a n v o o r t d u r e n d d o o r o f d e
●
aardlekschakelaarbescherming gaat steeds aan.
Er is stof, vuil of water in de airconditioner terechtgekomen. Er
●
lekt water uit het binnentoestel.
Andere incidenten.
●
Als de airconditioner niet werkt, maar niet door een van de
genoemde incidenten, inspecteer het systeem dan volgens de
volgende procedure:
Symptoom
Mogelijke oorzaken
Geen stroomtoevoer
●
De stroomschakelaar is
●
niet aangesloten
Het
Zekeringen
toestel
●
slaan door of de
werkt
aardlekschakelaar
niet
slaat af
De afstandsbediening
●
of wandbediening werkt
niet
De ingestelde
●
temperatuur is niet
De air-
goed
conditioner
blaast lucht
3-minutenbescherming
uit maar
●
van de compressor
geen koele
lucht
6
Tabel 11-1
Handeling
Zet het toestel
aan als er weer
stroomtoevoer is Sluit
de stroomschakelaar
goed aan.
Vervang de zekering
of controleer op
elektrische lekkage.
Inspecteer de
afstandsbediening of
wandbediening.
De ingestelde
temperatuur is lager dan
de kamertemperatuur
tijdens het koelen. Of de
ingestelde temperatuur
is hoger dan de
kamertemperatuur
tijdens het verwarmen.